Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alarmfuncties - Watlow Power Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Power Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Alarmfuncties

Een alarmfunctie luidt een bepaalde actie in, meestal met
de melding aan het bedienend personeel dat een stuur-
parameter een gedefinieerde reeks verlaat. Een gebruiker
kan configureren hoe en wanneer een alarmfunctie wordt
ingeschakeld en of deze zichzelf uitschakelt wanneer de
alarmconditie niet meer aanwezig is. Een beschrijving
van de alarmfuncties en foutcondities - waarom zij
worden afgegeven en hoe de daaraan verbonden
problemen kunnen worden opgelost - is te vinden op
pagina A.4 t/m A.7.
Setuppagina:
• Ga naar de setuppagina door de toetsen ±¬ twee
seconden ingedrukt te houden.
Standaardalarm
Wanneer een alarmfunctie als 'Standaard' geconfigureerd
wordt, worden de alarmindicatoren alleen afgegeven
wanneer de alarmfunctie actief is. Als alarmindicatoren
fungeren: het relais waarvan de status in Active Relay State
ingesteld wordt als 'bij alarm bekrachtigd' of 'bij alarm niet
bekrachtigd' en het display, met een led-indicator in het
bovenste display en de prompt die de aard van de
geactiveerde alarmmelding aangeeft. Wanneer de alarm-
functie niet langer actief is (en geen andere alarmmeldingen
actief zijn), worden de alarmindicatoren uitgeschakeld.
Stilschakelen alarmfuncties
Wanneer een alarm als [`sIl] 'Silenced' (stilgeschakeld)
geconfigureerd is, reageert het relais niet op het actieve
alarm hoewel de displayindicatoren nog steeds zichtbaar
zijn. Wanneer de alarmfunctie niet langer actief is (en
geen andere alarmmeldingen actief zijn), worden de
alarmindicatoren op het display uitgeschakeld.
Actieve relaisstatus
Met het oog op optimale flexibiliteit kan de Power Series
spanningsregelaar alarmmeldingen genereren vanuit de
bekrachtigde en niet-bekrachtigde status van het relais.
De betrouwbaarste methode van alarmgenering is die
waarbij de alarmfunctie vanuit de niet-bekrachtigde
status van het relais wordt geactiveerd zodat de
alarmfunctie ook bij stroomstoringen en andere defecten
in werking wordt gesteld.
Watlow Power Series
[ a lgo]
• Wanneer het display
[ ` set]
[ ` alr]
wordt weergegeven.
[ ` set]
Configuratie algemeen alarm
De configuratie Global Alarm [glbl] wordt gebruikt
wanneer alle alarmfuncties in het systeem in dezelfde
modus geconfigureerd moeten worden. Wanneer
individuele alarmfuncties op verschillende configuraties
moeten worden ingesteld, moet de configuratie 'Global
Alarm' uitgeschakeld zijn [`OFF].
Vergrendeld alarm en ontgrendelen van
een alarmindicator
Wanneer een alarmfunctie geconfigureerd wordt als
[`Lat] 'latched' (vergrendeld) blijven de
alarmindicatoren actief totdat zij door de gebruiker
gedeactiveerd worden. De karakteristieke prompt voor
een vergrendeld alarm in de displaylus op het display is
[`Lat] en de gebruiker kan naar [UnLA], overschakelen
om de alarmindicatoren uit te schakelen wanneer het
alarm op nul gesteld wordt. Wanneer de alarmindicatoren
eenmaal uitgeschakeld zijn, hoeft het bedienend personeel
een alarm niet opnieuw als vergrendeld te configureren.
Alarm vergrendeld en stilgeschakeld
Wanneer een alarmfunctie geconfigureerd wordt als
[lasI] 'latched and silenced' (vergrendeld en
stilgeschakeld) blijven de alarmindicatoren actief totdat
zij door de gebruiker gedeactiveerd worden. De
alarmdisplays moeten uitgeschakeld worden zodra het
alarm op nul gesteld is. Zie 'Ontgrendelen van een
alarmindicator' hiervoor.
Besturingsmethoden en -functies
aangeeft, druk dan op Î totdat
5. 7

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave