Er zijn verschillende constanten die door de gebruiker kunnen worden gewijzigd.
Deze constanten blijven jarenlang opgeslagen, ook wanneer de accu wordt gedemonteerd.
Programmeringsprocedure:
Stel de snelheid in op 11,1 m/u om toegang tot de constanten te krijgen.
Druk 3 keer snel achter elkaar op de toets PROG om de constanten te kunnen wijzigen.
Door steeds op de toets PROG te drukken, gaat u naar de constante die u wilt wijzigen.
Wijzig de waarde van de constante door op ''+'' en ''-'' te drukken.
Druk op de toets MENU om op te slaan en terug te keren naar de normale weergave.
Als u niet op de toets MENU drukt, gaat het display na 1 minuut terug naar de normale weergave en wordt de wijziging niet opgeslagen.
CONSTANTEN
Stel constante nr. 0 tot 111 in om de machinegegevens in te stellen.
Druk daarna op
om de machinegegevens weer te geven.
PROG
21