1. Afmetingen voor de montage van zonlichtcollectoren
De montage van dakaansluitingen vindt op dezelfde manier
plaats als eerder.
Het boorschema voor montagepunten voor max. 4 zonlicht-
collectoren is als volgt:
Maat:
A: 2000 mm
B: 1875 mm
C: 1825 mm
D: 300 mm
E: 582 mm. 642 mm
B
Afstand tussen rijen
De afstand tussen de zonlichtcollectoren (a) is afhankelijk van
de schaduwhoek , de helling van het dak
hoek .
Als er twee of meer rijen zonlichtcollectoren direct achter el-
kaar worden geplaatst en als de schaduwhoek constant 20°
is, kan de optimale afstand tussen de rijen worden afgelezen
in de tabel:
Dakhelling
0°
10°
20°
30°
40°
SOLAR FP215 P/PL
B
C
D
en de hellings-
Steunhoek
= 45°
3700 mm
2700 mm
2150 mm
1800 mm
-
Voorzichtig!
Het minimale aantal montagepunten is voldoende
om slechts een deel van de mogelijke wind- en
sneeuwbelasting te dragen.
De montagepunten worden aangepast aan de
plaatselijke omstandigheden.
Het montagesysteem moet worden geïnstalleerd als afgebeeld.
Anders kunnen de verbindingsaansluitingen van de montagerail
en de beugels tegen elkaar lopen.
Als een aansluiting niet gemaakt kan worden op de plek waar
de zonlichtcollector binnen de installatie moet komen, moeten
de montagerail en de verbindingsaansluitingen vooraf worden
geïnstalleerd en afgesteld voordat ze op het dak worden ge-
monteerd.
B
D
C
D
C
Rij-afstand a
Steunhoek
= 35°
3350 mm
2500 mm
2100 mm
1800 mm
-
A
D
B
D
B
D
B
Steunhoek
= 25°
3200 mm
2550 mm
2190 mm
1950 mm
1880 mm
Hoofdstuk 4 |
Montage
37