Frame 313 Connectorbezetting printplaat branderautomaat (vervolg)
Bezetting per Connector
1 2 3 4 5 6 7 8
E
E1
display, contact 8 (powerbus, GND)
E2
display, contact 7 (powerbus)
E3
display, contact 6
E4
display, contact 5
E5
display, contact 4
E6
display, contact 3
E7
display, contact 2 (+10 Vdc)
E8
display, contact 1 (GND)
1 2 3 4
F
F1
boileroplaatpomp (L)
F2
boileroplaatpomp (N)
F3
–
F4
–
1 2 3 4 5 6
G
G1
ext. Con 6: L, boilerpomp 230 VAC
G2
ext. Con 5: N, boilerpomp 0 VAC
G3
L, ventilator 230 VAC
G4
N, ventilator 0 VAC
G5
N, 0 VAC
G6
L, 230 VAC
1 2 3 4
H
H1
N, transformator 0 VAC
H2
L, transformator 230 VAC
H3
gloeiplug, L
H4
gloeiplug, contact
1 2 3 4 5 6 7 8
I
I1
driewegklep, contact 3
I2
driewegklep, contact 2
I3
driewegklep, contact 4
I4
driewegklep, contact 1
i5
–
I6
Con4, 17
I7
Con4, 16
I8
Con4, 13
1)
Bij Nefit TopLine HR
2)
Bij Nefit TopLine AquaPower HRC
3)
Bij Nefit TopLine AquaPower Plus HRC
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Service-instructie Nefit TopLine HR, TopLine Aquapower HRC en TopLine AquaPower Plus HRC • uitgave 07/2008
3)
3)
3)
3)
2) 3)
Trafo
INPUT
1
N (0 VAC)
2
(L, indien 120 VAC)
3
L (230 VAC)
OUTPUT
1
24 VAC
2
0 VAC
3
24 VAC
4
10 VAC
5
10 VAC
6
230 VAC
7
230 VAC
Bijlage
8
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
97