frame 35
(vervolg)
Stap 5
Diagnose: de tapwaterflow wordt nog niet weergegeven in het "infomenu".
Remedie: zet een tapwaterkraan volledig open.
Stap 6
Is de uitstroomhoeveelheid uit de tapwaterkraan meer dan 1,2 l/min?
Stap 7
Diagnose: de uitstroomhoeveelheid is onvoldoende. Remedie: zorg voor voldoende uitstroming.
Stap 8
Controleer de componenten in het tapwatercircuit.
Stap 9
Controleer de volgende onderdelen op verontreiniging of verkalking:
– stopkraan van de inlaatcombinatie, deze moet open staan.
– vuilfilter in de koudwaterleiding, indien aanwezig.
– platenwisselaar, indien aanwezig (frame 295).
– flowsensor met vuilfilter, indien aanwezig (frame 300 en 302).
Stap 10
Reinig of, indien nodig, vervang bovenstaande onderdeel(en) inclusief de behuizing bij onvoldoende
doorstroming.
Stap 11
Heeft het cv-toestel tijdens een tapwatertapping in het "infomenu" flowweergave (zie frame 24)?
Stap 12
Diagnose: de tapwaterflow kan niet digitaal worden uitgelezen.
Remedie: controleer de flowsensor volgens frame 298 t/m 302.
Stap 13
Heeft het cv-toestel na controle flowsensor in het "infomenu" flowweergave (zie frame 24)?
Stap 14
Diagnose: flowsensor is niet in orde. Remedie: Vervang de flowsensor volgens frame 300 en 302.
frame 36
Bedrijfscode: het antipendelprogramma is geactiveerd. Dit wordt geactiveerd indien er vaker dan
0A
1x per 10 minuten een warmtevraag van een aan/uit- of een ModuLine-regeling is geweest. Dit betekent
202
dat het cv-toestel op zijn vroegst 10 minuten na de eerste branderstart opnieuw kan starten.
Stap 1
Is de instelling van de maximale cv-watertemperatuur zojuist gewijzigd?
Stap 2
Diagnose: de instelling van de maximale cv-watertemperatuur is zojuist gewijzigd. Remedie: stel de maxi-
male cv-watertemperatuur in op de gewenste waarde, maak het cv-toestel spanningsloos door de stekker uit
en in de wandcontactdoos te steken.
Stap 3
Zijn de serviceafsluiters geopend volgens frame 68?
Stap 4
Diagnose: de serviceafsluiters zijn gesloten. Remedie: open de serviceafsluiters volgens frame 68.
Stap 5
Controleer of de aansluitingen van de kamerthermostaatkabel op het cv-toestel en op de kamerthermostaat
goed zijn aangesloten.
Stap 6
Is de thermostaatkabel goed aangesloten?
Stap 7
Diagnose: de thermostaatkabel is niet goed aangesloten. Remedie: sluit de thermostaatkabel goed aan.
Stap 8
Controleer de thermostaatkabel op breuk en losse contacten door deze waar mogelijk visueel te inspecteren
en door de elektrische weerstand met een multimeter door te meten.
Stap 9
Is de thermostaatkabel in orde?
Stap 10
Diagnose: de thermostaatkabel is defect. Remedie: vervang de thermostaatkabel.
Stap 11
Controleer of er voldoende radiatoren, convectoren etc. geopend zijn.
Stap 12
Zijn er voldoende radiatoren, convectoren etc. geopend?
Stap 13
Diagnose: er zijn onvoldoende radiatoren, convectoren etc. geopend.
Remedie: open meer radiatoren, convectoren etc.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden
Service-instructie Nefit TopLine HR, TopLine Aquapower HRC en TopLine AquaPower Plus HRC • uitgave 07/2008
Diagnose
6
→
stap 11
Ja:
→
stap 7
Nee:
→
frame 66
Ja:
→
stap 12
Nee:
→
frame 66
→
frame 66
Ja:
→
stap 14
Nee:
→
frame 66
→
stap 2
Ja:
→
stap 3
Nee:
→
frame 66
→
stap 5
Ja:
→
stap 4
Nee:
→
frame 66
→
stap 8
Ja:
→
stap 7
Nee:
→
frame 66
→
stap 11
Ja:
→
stap 10
Nee:
→
frame 66
→
stap 14
Ja:
→
stap 13
Nee:
→
frame 66
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
31