Tellus i5
▪
Sleep de schuifregelaar naar links om de tijd te verlagen, sleep de schuifregelaar naar rechts om de tijd te verhogen.
7.
Klik op OK.
1.15 Het knipperen bij oogsturing aan of uitzetten
Je kan het selecteren door knipperen bij oogsturing aan- of uitzetten. Bijvoorbeeld: je kan 's morgens het selecteren door knipperen aanzetten en 's middags
uitzetten en kiezen om verder te selecteren met een schakelaar.
Voer één van de volgende handelingen uit:
Kies Extra > Oogsturing > Knipperen
▪
▪
Kies Extra > Oogsturing > Selectie, vink de optie Knipperen aan en klik op OK.
1.16 Het selecteren bij indrukken of loslaten instellen bij oogsturing
Bij oogsturing kan er een schakelaar worden gebruikt om te selecteren. Er kan worden ingesteld of de selectie moet gebeuren op het moment dat de schakelaar
wordt ingedrukt of op het moment dat de schakelaar wordt losgelaten. De optie selecteren bij loslaten laat toe dat de gebruiker verder de vakjes overziet en de
schakelaar pas loslaat bij het gewenste vakje.
1.
Kies Extra > Oogsturing > Selectie.
2.
Kies bij Selecteren: een van de volgende opties:
▪
bij indrukken
▪
bij loslaten
3.
Klik op OK.
1.17 De uitsteltijd na selectie bij oogsturing instellen
Om te vermijden dat de gebruiker meerdere malen hetzelfde vakje aanduidt, kan je een uitsteltijd na selectie instellen. Bijvoorbeeld: een uitsteltijd na selectie
van 2 seconden zorgt ervoor dat er na de selectie van een vakje, gedurende 2 seconden geen ander vakje kan worden geselecteerd. De uitsteltijd na selectie kan
worden ingesteld tussen de 0 en de 15 seconden.
1.
Kies Extra > Oogsturing > Selectie.
2.
Klik in het groepsvak Timing op Uitsteltijd na selectie.
3.
Voer één van de volgende handelingen uit:
▪
Klik op
om de uitsteltijd te verlagen, klik op
▪
Sleep de schuifregelaar naar links om de uitsteltijd te verlagen, sleep de schuifregelaar naar rechts om de uitsteltijd te verhogen.
4.
Klik op OK.
1.18 De oogsturing (opnieuw) kalibreren
Indien de oogsturing niet werkt zoals verwacht, kan je de oogsturing opnieuw kalibreren.
1.
Kies Extra > Oogsturing > Kalibreren.
Het kalibreren wordt gestart. De gebruiker kijkt naar het eerste kalibratiepunt en vervolgt de kalibratieprocedure tot deze is voltooid.
2.
Na de kalibratie verschijnt één van de volgende resultaten:
Achtergrond
Groen
Oranje
Rood
3.
Kies één van de volgende opties:
Optie
Herkalibreren of F3
Verbeteren of F4
I
Bijlagen
52
1
De oogsturing instellen
om de uitsteltijd te verhogen.
Uitleg
De kalibratie is goed gelukt.
Er is minstens 1 kalibratiepunt die kan worden verbeterd.
Er is minstens 1 kalibratiepunt slecht gekalibreerd. De slechte punten
moeten opnieuw worden gekalibreerd of de kalibratie moet volledig
opnieuw gebeuren.
Uitleg
Kies deze optie, indien er teveel slecht gekalibreerde punten zijn. Bij deze
optie wordt de kalibratieprocedure opnieuw gestart en moeten alle punten
opnieuw worden gekalibreerd.
Ga terug naar stap 3.
Kies deze optie als er weinig punten opnieuw moeten worden gekalibeerd.
Kies een punt waarvan je de kalibratie opnieuw wil uitvoeren. De
herkalibratie van het gekozen punt kan de kalibratie van de andere punten
beïnvloeden. Het beste kalibratieresultaat wordt bewaard.
Ga terug naar stap 3.