Bellen
U kunt pas bellen en gesprekken ontvangen wanneer
u de telefoon hebt aangezet en u zich binnen bereik
van een netwerk bevindt. Zie 'De telefoon vasthouden'
op pagina 5.
Bellen
1. Voer het netnummer en het telefoonnummer in.
2. Druk op
om het gesprek tot stand te brengen.
YES
3. Druk op
om het gesprek te beëindigen.
NO
Tip: u kunt nummers uit de gesprekkenlijst en
het telefoonboek bellen. Zie 'Gesprekkenlijst'
op pagina 27 en 'Telefoonboek' op pagina 28.
Het volume van de oortelefoon tijdens een
gesprek aanpassen
• Druk aan de zijkant op de bovenste of onderste
volumeknop om het volume van de oortelefoon
te verhogen of te verlagen.
De microfoon dempen tijdens een gesprek
• Druk op
en houd deze toets ingedrukt tot het
bericht Geluid UIT in de display wordt weergegeven.
This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
Druk opnieuw op
Als u het belsignaal wilt uitschakelen, zie 'Het
belsignaal dempen' op pagina 27.
Automatische nummerherhaling
Als de verbinding van het gesprek is mislukt
en Opnieuw? wordt weergegeven in de display,
drukt u op
.
YES
Opmerking: houd de telefoon tijdens het wachten
niet bij uw oor. Wanneer het gesprek wordt verbonden,
hoort u een luid signaal.
Het nummer wordt opnieuw gekozen (maximaal
tien keer) of totdat het volgende gebeurt:
• het gesprek wordt verbonden;
• u drukt op een toets of wordt gebeld.
Opmerking: automatische nummerherhaling
is niet beschikbaar voor dataoproepen.
Internationale gesprekken
1. Druk op
en houd deze toets ingedrukt tot een
plusteken (+) op de display verschijnt. De + vervangt
het internationale toegangsnummer van het land
van waaruit u belt.
om het gesprek te hervatten.
Bellen
25