Aanpasbare vernieuwingsfrequentie van beeldscherm
Uw ogen zien het misschien niet, maar de inhoud die op het computerscherm wordt weergegeven, wordt
voortdurend vernieuwd. De vernieuwingsfrequentie van het beeldscherm geeft aan hoeveel keer per seconde
de scherminhoud wordt vernieuwd. Dit wordt gemeten in hertz (Hz).
Een vernieuwingsfrequentie van 60 Hz is voldoende voor de meeste situaties en is energiezuinig. Bij het
kijken van filmpjes of het spelen van games zorgt een hogere vernieuwingsfrequentie echter meestal voor
een vloeiendere kijkervaring.
De beeldschermen van sommige Lenovo-computers ondersteunen dubbele vernieuwingsfrequenties. Voor
zo'n computer kunt u het beeldscherm handmatig overschakelen naar de hogere of lagere
vernieuwingsfrequentie. In Windows-besturingssystemen zijn de instellingen voor handmatig overschakelen
meestal te vinden in Instellingen ➙ Systeem ➙ Beeldscherm. Als sneltoets kunt u ook de
toetsencombinatie Fn + R gebruiken om de vernieuwingsfrequentie over te schakelen.
Opmerking: Niet alle beeldschermen ondersteunen dubbele vernieuwingsfrequenties. Als u geen
instellingen kunt vinden om de vernieuwingsfrequentie te wijzigen, heeft het beeldscherm mogelijk een vaste
vernieuwingsfrequentie of kan deze niet handmatig worden gewijzigd.
Instellingen in de UEFI/BIOS Setup Utility wijzigen
In dit gedeelte maakt u kennis met UEFI/BIOS en de bewerkingen die u in de bijbehorende Setup Utility kunt
uitvoeren.
Wat is de UEFI/BIOS Setup Utility
UEFI/BIOS is het eerste programma dat wordt uitgevoerd wanneer een computer wordt opgestart. UEFI/
BIOS initialiseert hardwareonderdelen en laadt het besturingssysteem en andere programma's. Uw
computer beschikt mogelijk over een Setup-programma (Setup Utility) waarmee u bepaalde UEFI/BIOS-
instellingen kunt wijzigen.
De UEFI/BIOS Setup Utility openen
Stap 1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
Stap 2. Voordat het Lenovo-logo op het scherm verschijnt, drukt u herhaaldelijk op F2.
Opstartapparaten selecteren
Normaal start de computer in een bootmanager geladen van een secundair opslagapparaat van de
computer. Soms moet u uw computer opstarten in een programma of bootmanager geladen van een ander
apparaat of netwerklocatie. Nadat de systeemfirmware alle apparaten initialiseert, kunt u op de
onderbrekingstoets drukken om het bootmenu weer te geven en een gewenst opstartapparaat selecteren.
Stap 1. Zet de computer aan of start opnieuw op.
Stap 2. Druk op F12.
Stap 3. Selecteer in het opstartapparaatmenu een opstartapparaat om de computer te starten.
U kunt een permanente wijziging doorvoeren in de opstartapparaten in de UEFI/BIOS Setup Utility. Selecteer
het Boot menu; in de EFI-sectie, selecteer het opstartapparaat en verplaats het naar de top van de
apparatenlijst. Bewaar de wijzigingen en verlaat de Setup Utility, zodat de wijziging van kracht gaat.
Hotkey Mode wijzigen
Stap 1. Open de UEFI/BIOS Setup Utility.
.
33
Hoofdstuk 3
Uw computer verkennen