Bediening
In principe moeten laadeenheden (bijv. pal-
lets) afzonderlijk worden getransporteerd.
Het gelijktijdig transporteren van meerdere
laadeenheden is alleen toegestaan onder de
volgende omstandigheden:
Op last van een leidinggevende
●
De technische vereisten garanderen dat het
●
transport veilig is
De bestuurder dient ervoor te zorgen dat de
laadeenheid in goede staat verkeert. Alleen
veilig en zorgvuldig geplaatste laadeenheden
mogen worden getransporteerd.
Gebruik van liften
De bestuurder mag met deze machine alleen
liften gebruiken met voldoende draagvermo-
gen en waarvoor het bedrijf dat de machine
gebruikt (zie
H oofdstuk OPMERKINGDefini-
⇒
tie van termen voor de verantwoordelijke per-
sonenBladzijde, Koppeling deel 16 ) toestem-
ming heeft verleend.
– Rijd de machine met de vorken naar voren
in de lift en zorg dat u de wanden van de
schacht niet raakt.
– Parkeer de machine beveiligd in de lift, zie
H oofdstuk OPMERKINGMachine bevei-
⇒
ligd parkerenBladzijde, Koppeling deel 42
om ongecontroleerde bewegingen van de
last of de machine te voorkomen.
De afstand tot de schachtwand moet minimaal
100 mm bedragen.
GEVAAR
Ongevallenrisico!
– Personen die tegelijkertijd de lift gebruiken, mo-
gen de lift pas betreden wanneer de machine is
vastgezet en moeten de lift als eersten verlaten.
Het maximumgewicht van de machine is
het nettogewicht plus de maximumlast,
zie
H oofdstuk OPMERKINGSpecificatieblad
⇒
50988046058 NL - 03/2023 - 08
Hanteren van lasten
HPT10_001
5
6327_003-009
53