Gedetailleerde verklaringen
Diagnose producent en gebruiker
Diagnose producent
Voor diagnosedoeleinden zijn
verschillende instel- en beginwaarden,
schakeltoestanden van relais en ook
tellerstanden aan te wijzen.
Diagnose verbruiker
Voor diagnosedoeleinden zijn
verschillende instel- en beginwaarden,
schakeltoestanden van relais en ook
tellerstanden aan te wijzen.
Buitentemperatuur
Verwarmingskring 1,2, P
Drinkwater
Bufferboiler
Regelnr.
Bedieningregel
8410
Retourtemperatuur WP
8411
Instelwaarde WP
8412
Voorlooptemperatuur WP
8427
Bron begintemperatuur
8429
Bron eindtemperatuur
Via deze bedieningsregels kunnen verschillende instel- en
beginwaarden van de warmtepomp worden opgevraagd.
Regelnr.
Bedieningregel
8700
Buitentemperatuur
8701
Buitentemperatuur minimum
8702
Buitentemperatuur maximum
Aanduiding van het actuele minimum en maximum buitentemperatuur.
Regelnr.
Bedieningregel
8740, 8770, 8800
Ruimtetemperatuur 1, 2, P
8741, 8771, 8801
Ruimteinstelwaarde 1, 2, P
8743, 8773
Voorlooptemperatuur 1, 2
8744, 8774, 8803
Voorloopinstelwaarde 1, 2, P
De aanduiding „Uit" betekent, dat de betreffende component momenteel is
uitgeschakeld. De aanduiding „Aan" betekent, dat de betreffende component
momenteel is ingeschakeld.
De bedieningsregel 8741 „Ruimteinstelwaarde 1" wordt zowel voor de aan-
duiding van de verwarmingsinstelwaarde als ook voor die van de koelings-
instelwaarde gebruikt. Gedurende de verwarmingsfunctie vindt de aanduiding
van de verwarmingsinstelwaarde plaats, in de koelfunctie die van de
koelingsinstelwaarde. Wanneer noch verwarmd noch gekoeld wordt, is de
laatst gebruikte instelwaarde zichtbaar.
Het tonen van de begin- en instelwaarde van de voorlooptemperatuur koelen.
Regelnr.
Bedieningregel
8830
Drinkwatertemperatuur 1
8831
Drinkwaterinstelwaarde
Regelnr.
Bedieningregel
8981
Bufferboilerinstelwaarde
8982
Bufferboilertemperatuur 2
23