Inhoudsopgave
Advertenties
Gedetailleerde verklaringen
Fouten
Fouten
Wanneer zich
een fout voordoet,
kan een foutmelding in het infoniveau
d.m.v. de infotoets worden opgeroepen.
In de aanduiding wordt de oorzaak van
de fout beschreven.
Reset
Reset alarmrelais
Wanneer zich een fout voordoet, kan
d.m.v. relais QX4 een alarm worden
geactiveerd. Met deze instelling wordt
het relais teruggezet – het alarm blijft
echter verder bestaan.
Foutenlijst
(voortzetting zie pag. 21)
Foutentekst
De fouttekst in de volgende tabel komt
overeen met de weergave van leesbare
tekst op het display van het bedienings-
apparaat. Handelwijze/competentie
Door twee keer te drukken wordt
aangegeven, of de installateur of de
ELCO-service-vakman voor het
opheffen van de fout competent is.
Reset
Reset van de fouten volgt telkens na
de fout automatisch of manueel
h Fehler automatisch oder manuell.
Automatisch
-De automatische opheffing vindt plaats
na afloop van de vooringestelde tijd.
Manueel
Bij foutaanduidingen op het infoniveau
waarbij "Reset? " kan de fout manueeel
worden teruggezet.
AUTO
Fehler
Fout
229: Niederdruck
229: Lage druk
Reset ?
Reset?
0
4
8
12
16
Nadat eenmaal op de toets "OK" is
gedrukt knippert er in het display "Ja".
Door nog een keer op de toets te
drukken op de toets "OK" wordt het "Ja"
bevestigd en de fout teruggezet.
20
Regelnr.
6710
6711
Voortzetting WP functie
Geeft aan of de warmtepomp bij het
optreden van de fout verder kan
worden gebruikt of niet.
Ja
Warmtepomp wordt ondanks
foutmelding verder gebruikt
Nee
Fout leidt tot het uitschakelen van de
warmtepomp.
Ja
Ja
20
24
Bedieningregel
Reset alarmrelais
Reset warmtepomp
Schema-afhankelijk
Het uitschakelen van de warmtepomp
is afhankelijk van het actuele
installatieschema.
*
Deze installatietoestanden leiden niet
direct tot een foutmelding, maar geven
eerst een statusmelding. alleen
wanneer de fout binnen een instelbare
tijd opnieuw optreedt, wordt een
foutmelding gegenereerd.
Advertenties
Inhoudsopgave
