Inhoudsopgave
Advertenties
4.
STROOMTOEVOER.
Vooraleer de stroomtoevoer aan te sluiten, zorg ervoor dat de data van de label overeenkomen met die van
de hoofdstroomtoevoer. Er moet een meervoudige openingsafstand van de contacten voorzien zijn, gelijk
aan of groter dan 3 mm.
Controleer of er bovenstrooms de elektrische installatie een geschikte differentiële schakelaar en een over-
stroombescherming zijn.
Gebruik een elektrische kabel (type H05RN-F 3G1,5 of H05RR-F 3G1,5) en sluit aan op de terminal L (bruin),
N (blauw),
(geel/groen) in de automaat.
Bevestig de kabel met de speciale kabelschoentjes en strip de isolatielaag net voor de connector.
De connectie van de voedingsspanning buiten de automatisering dient te gebeuren met een gepaste kabel
die afzonderlijk van de motorkabels voor de toebehoren wordt gehouden.
De kanalen moeten enkele centimeter in de automaat binnen gebracht worden door gaten van maximum
diam. 16mm.
Let op dat er geen scherpe kantjes zijn die de kabel kunnen beschadigen.
Zorg er voor dat de geleidingen voor de hoofdtoevoer (230 V) en de geleidingen voor de bijhorende stroom-
toevoer (24 V) apart zitten.
5
IP1967NL • 2012-07-31
Advertenties
Inhoudsopgave
