Ingebruikneming
1.
Voor de installatie in gebruik ge-
nomen wordt, moet de handleiding
goed worden gelezen.
2.
Voor de eerste ingebruikneming
moet de gehele installatie zorgvuldig
worden doorgespoeld. Vreemde
voorwerpen in het systeem schaden
de bedrijfsveiligheid van het
apparaat.
3.
Verwarmingsinstallatie langzaam
met water vullen en ontluchten.
4.
Koudwaterblokkeringsklep en alle
warmwatertapkleppen openen. De
boiler is gevuld, wanneer uit alle
warmwatertapkleppen water
stroomt. Daarna tapkleppen weer
sluiten.
5.
Verwarmingssysteem in gebruik
nemen en boiler ontluchten.
6.
Tapwaterinsteltemperatuur instellen
en verwarming controleren.
7.
Gedurende het opwarmen komt er
water door uitzetting uit de veilig-
heidsklep. De uitvoeropening van
de veiligheidsklep mag niet worden
afgesloten.
8.
Na de eerste verwarming en
afkoeling van de boiler, moeten de
flensschroeven met behulp van een
op 32 Nm ingesteld draaimoments-
leutel kruislings worden vastgezet.
9.
Overdracht van de installatie aan
de eigenaar. Voor de overdracht
van de installatie aan de eigenaar
moet de fabrikant van de installatie
controleren of alle leidingen dicht
zijn en alle regelorganen correct
werken. Daarna moet de eigenaar
uitvoerig de werkwijze en het ge-
bruik van de tapwaterbereider
worden verklaard, bovendien moet
de eigenaar op het regelmatige
onderhoud van de installatie worden
gewezen. Functie en levensduur
zijn daar beslist van afhankelijk.
Service:
Lediging
1.
De inhoud van de boiler laten
afkoelen en de blokkeringsklep in
de koudwatertoevoer sluiten.
2.
De dichtstbijgelegen warm-
watertapklep openen.
3.
Boiler via koudwateraansluitleiding
legen.
4.
Bij het opnieuw ingebruik nemen
moet de warmwaterboiler eerst
weer met water worden gevuld.
Bediening
Vóór het eerste gebruik moet deze
handleiding goed worden gelezen.
Voor het opwarmen moet steeds een
tappunt worden geopend om te
controleren of de tank met water gevuld
en de afsluitklep in de koudwater-
toevoer is geopend. Aansluitend moet
worden gecontroleerd of het warmte--
apparaat (verwarmingsketel enz.) klaar
is voor gebruik. Voor het normale
warmwatergebruik is een boilerwater-
temperatuur aan te bevelen van
ca. 60°C. Deze garandeert het
grootsmogelijke rendement en ver-
mindert bij zeer kalkhoudend water
kalkaanslag. De afblaasleiding van de
veiligheidsklep moet steeds geopend
blijven. De functionaliteit van de veilig-
heidsklep moet af en toe door hem een
beetje te openen worden
gecontroleerd.
Onderhoud en service
Regelmatig onderhoud en service
verhogen de levensduur en de
bedrijfsveiligheid van de tapwaterboiler.
Al naar gelang van de toestand van
het water is het aan te bevelen, op
regelmatige tijdstippen de boiler met
vers water door te spoelen. Bij zeer
kalkhoudend water is ontkalking op
bepaalde tijden aan te bevelen.
ELCO GmbH
D - 64546 Mörfelden-Walldorf
ELCO Austria GmbH
A - 2544 Leobersdorf
ELCOTHERM AG
CH - 7324 Vilters
ELCO-Rendamax B.V.
NL - 1410 AB Naarden
ELCO Belgium n.v./s.a.
B - 1731 Zellik
ELCO Italia S.p.A.
I - 31023 Resana
1.
Voor de controle van de binnen-
tank en buisverwarming koudwater-
afsluitklep sluiten, de in de buurt
aanwezige WW-kraan openen en
de boiler via tapkraan (ter plekke)
leeg laten lopen. Daarna flens-
deksel losschroeven en eraf halen.
Kalkafzettingen en grove stukken
kalk kunnen met een houten staafje
worden klein gemaakt. Voor het
ontkalken alleen toegestane ont-
kalkingsmiddelen gebruiken. Na de
reiniging flensdeklse met een 32 Nm
ingestelde momentsleutel weer
dichtschroeven. Hierbij beslist
nieuwe flensafdichting plaatsen.
Hiern tank vullen en alle ver-
bindingen op lekkage controleren.
Als afsluiting boiler weer monteren
en in gebruik nemen.
3.
Ter bescherming van de tank is de
tapwaterboiler met een magnesium--
veiligheidsanode uitgerust. De
slijtage ervan is afhankelijk van de
plaatselijke waterkwaliteit. Volgens
DIN 4753, deel 6, heeft deze anode
een minimum levensduur van 2 jaar.
Eenmaal per jaar moet hij eruit
gedraaid worden en gecontroleerd
worden op slijtage. De diameter
moet nog minstens 1/3 van de
originele diamater zijn en het
oppervlak voldoende homogeen zijn.
Indien nodig moet hij vervangen
worden tegen een originele- reserve-
veiligheidsanode, om de tank tegen
corrosie te beschermen. Een verwaar-
lozing van de veiligheidsanode kan
vroegtijdige corrosieschade tot gevolg
hebben.
3.
De veiligheidsklep moet de ver-
warmingsboiler tegen overdruk
beschermen. De functionaliteit moet
daarom regelmatig door hem even
te openen worden gecontroleerd.
Bij het gebruik van expansieketels
wordt de veiligheidsklep niet belast.
Hij kan daardoor gedurende een vrij
lange tijd vast gaan zitten en niet
meer functioneren wanneer hij nodig
is.
4.
Bij gevaar voor vorst moet de
tapwaterboiler verwarmd zijn of
geheel worden geleegd.
5.
Voor het reinigen van de uitwendige
delen is een vochtige doek voldoende.
Schurende en oplossende
reinigingsmiddelen moeten worden
vermeden.