9 Overhandiging aan de gebruiker
▪ WTW-signaal-test
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
▪ Omlooppomp WTW-test
▪ Afsluiter van tank-test
▪ Omloopklep-test
▪ Directe pomp kit twee zones-test (bizonekit EKMIKPOA of
EKMIKPHA)
▪ Gemengde pomp kit twee zones-test (bizonekit EKMIKPOA of
EKMIKPHA)
▪ Mengklep
kit
twee
zones-test (bizonekit EKMIKPOA of
EKMIKPHA)
8.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
In
werking
Ga
naar
[C]
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer
droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar Programma
en gebruik het programmeringsscherm UFH
Dekvloer drogen.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het drogen van de dekvloer van de
vloerverwarming start. Het stopt automatisch
wanneer voltooid.
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga naar Dekvloer drogen vloerverwarming
stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
OPMERKING
Om de dekvloer van de vloerverwarming te drogen, moet
Vorstbescherming kamer worden uitgeschakeld ([2-06]=0).
Standaard is deze ingeschakeld ([2‑06]=1). Wegens de
stand "installateur ter plaatse" (zie "Inbedrijfstelling"), wordt
Vorstbescherming kamer gedurende 12 uur na het voor de
eerste
maal
onder
uitgeschakeld.
Indien
Dekvloer
drogen
uitgevoerd na de eerste 12 uur onder spanning, schakel
Vorstbescherming kamer handmatig uit door instelling
[2‑06] op "0" te zetten en LAAT deze uitgeschakeld tot
wanneer Dekvloer drogen voltooid is. Als u deze
waarschuwing negeert, kan dat leiden tot het scheuren van
de dekvloer.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de volgende instellingen zoals hieronder
zijn ingesteld om het drogen van de dekvloer van de
vloerverwarming te kunnen starten:
▪ [4‑00]=1
▪ [C‑02]=0
▪ [D‑01]=0
▪ [4‑08]=0
▪ [4‑01]≠1
Installatiehandleiding
48
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 37].
—
spanning
zetten,
automatisch
nog
steeds
moet
worden
8.2.6
Bivalente warmtebronnen in/opstellen
Voor systemen zonder indirecte op de opslagtank aangesloten extra
ketel moet verplicht een elektrisch back-upverwarming worden
geplaatst om ervoor te zorgen dat alles in alle omstandigheden veilig
kan werken.
Drainback-modellen
Voor Drainback-modellen moet altijd een back-upverwarming
(EKECBUA*) worden geïnstalleerd.
Voor Drainback-modellen moet de fabrieksinstelling van lokale code
[C-02] op 0 worden ingesteld.
Bivalente modellen
Voor bivalente modellen moet de fabrieksinstelling van het lokale
code [C-02] op 2 worden ingesteld. Er wordt ervan uitgegaan dat
een regelbare bivalente externe warmtebron is aangesloten
(Raadpleeg de uitgebreide handleiding voor de installateur voor
meer informatie.)
Zonder een regelbare bivalente externe warmtebron moet een back-
upverwarming (EKECBUA*) worden geïnstalleerd en de lokale code
[C-02] op 0 worden ingesteld.
HINT: Als de lokale code [C-02] op 0 wordt ingesteld en er geen
back-upverwarming is aangesloten, verschijnt fout UA 17 op
AL 3 * ECH2O.
9
Overhandiging aan de
gebruiker
Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste
manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed
begrijpt:
▪ Vul
de
tabel
met
de
gebruiksaanwijzing) met de werkelijke instellingen.
▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en
vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen
raadplegen. Informeer de gebruiker dat hij de volledige
documentatie kan vinden op de eerder in deze handleiding
beschreven url.
▪ Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij het systeem op de juiste
manier kan gebruiken en wat hij/zij moet doen wanneer zich een
probleem zou voordoen.
▪ Toon de gebruiker de onderhoudstaken voor de unit.
▪ Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij energie kan besparen (deze
tips staan beschreven in de gebruiksaanwijzing).
installateurinstellingen
in
(in
EBSH/X(B)11+16P30+50DF
Daikin Altherma 3 R ECH₂O
4P663483-1B – 2022.07
de