[All Settings] > [General]
[User Preset]
Met User Preset (Voorkeuze gebruiker) kan de gebruiker tot 10 beeldkwaliteitsinstellingen opslaan of laden voor meerdere aangesloten apparaten in elke voorkeuze.
OPMERKING
•
Met Voorkeuze gebruiker laadt of bewaart u items in [Picture Adjust] en [Color Adjust] in het menu [Picture].
[User Name]
[Load User Settings]
[Save User Settings]
[Default User Settings]
[User Preset Reset]
[Auto Screen Off]
Schakelt het scherm automatisch uit als gedurende een vastgestelde tijd geen monitorsignaal aanwezig is.
[On]
[Off]
[HW Calibration]
[RS-232C] en [HW Calibration] kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
[On]
[Off]
[RS-232C]
[RS-232C] en [HW Calibration] kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
[RS-232C]
[Set ID]
Staat de gebruiker toe om een gebruikersnaam te veranderen en te registreren (Vooraf ingestelde 1 ~ Vooraf ingestelde 3, Gebruiker 1 ~ Gebruiker 7)
zoals de gebruiker wil.
De gebruiker kan met behulp van het toetsenbord op het scherm een gebruikersnaam invoeren die geregistreerd moet worden.
Vooraf ingestelde 1 ~ Vooraf ingestelde 3 zijn in de fabriek ingestelde gebruikersnamen als voorbeelden, de gebruiker kan de namen wijzigen.
Hiermee kan de gebruiker de instellingen voor de beeldkwaliteit wijzigen door de instellingen van de User Preset (Voorkeuze gebruiker) te laden.
Slaat de huidige instellingen voor beeldkwaliteit op in de bijbehorende User Preset (Voorkeuze gebruiker).
Vooraf ingestelde 1 ~ Vooraf ingestelde 3 zijn in de fabriek ingestelde waarden als voorbeelden, de gebruiker kan de waarden wijzigen.
•
Vooraf ingestelde 1: Gebruik deze voorkeuze voor blauwachtige kleuren.
•
Vooraf ingestelde 2: Gebruik deze voorkeuze voor groenachtige kleuren en een meer heldere laaggradatie.
•
Vooraf ingestelde 3: Gebruik deze voorinstelling om de rode kleur te verzachten.
•
Gebruiker 1 ~ Gebruiker 7: Beginwaarden zijn hetzelfde als de fabrieksinstellingen.
Laadt de oorspronkelijke basisbeeldinstellingen.
Initialiseert de instellingen voor User Preset (Voorkeuze gebruiker).
•
Initialiseert de bestaande gebruikersnaam en gebruikersinstellingen om te worden hersteld naar de fabrieksinstellingen (Vooraf ingestelde 1 ~
Vooraf ingestelde 3, Gebruiker 1 ~ Gebruiker 7).
Activeert de functie [Auto Screen Off].
Deactiveert de functie [Auto Screen Off].
De HW-kalibratiefunctie werkt.
De HW-kalibratiefunctie wordt uitgeschakeld.
De [RS-232C]-functie zal worden gebruikt of uitgeschakeld.
Hiermee wordt [Set ID] aangepast. (De omvang van de aanpassing: 1-10)
Uitleg
25