Inhoudsopgave
Advertenties
In de WDR + SHUT (WDR + SLUITEN) modus worden twee signalen gegenereerd door
de CCD, elk met een verschillend belichtingsniveau (lange tijd belichtingsniveau en korte
tijd belichtingsniveau).
- SHUT (SLUITEN) [Voor SHUT (Sluiten): 1/53, 1/120, 1/250, 1/500, 1/1000, 1/2000,
1/4000, 1/10000 / Voor SLOW (Langzaam): 2, 4, 8, 16, 32, 64, 128, 256]: Kies de
gewenste waarde.
- AGC [6, 12, 18, 24, 30, 36, 42, 44,8]: Als de AGC waarde toeneemt, het totale scherm
wordt helderder maar de geluidsniveau neemt ook toe.
6.3. PICT ADJUST (Beeld Aanpassing)
Bij het selecteren van ↵, verschijnt het volgende vervolgmenu.
SHARPNESS (SCHERPTE) [000 ~ 015]:
Deze functie wordt gebruikt om de scherpte van de weergegeven afbeelding aan te
passen.
HUE (TINT) [000 ~ 100]:
Deze functie wordt gebruikt om de kleurtoon van de weergegeven afbeelding aan the
passen.
MANUAL (HANDMATIG):
Hier kunt u de waarde van SHUTTER
(SLUITERTIJD) en de AGC waarde
instellen.
- MODE [SHUT, SLOW, WDR + SHUT: Als
u SHUT (SLUITEN) kiest, wordt auto
belichting controle uitgeoefend op het
gebieden in het midden en met hoge
helderheid met behulp van de elektronische
sluiter. Bij het kiezen van SLOW
(LANGZAAM), wordt auto belichting
controle uitgeoefend op het gebied van lage
helderheid met behulp van de langzame
sluitertijd.
MIRROR [OFF, V-FLIP, H-FLIP, HV-FLIP]
(SPIEGEL [UIT, V-FLIP, H-FLIP, HV-FLIP]):
Deze functie wordt gebruikt om de
omgekeerde beeld van de camera te
krijgen, in verticale, horizontale en
horizontale/verticale richting.
CONTRAST [000 ~ 063]:
Deze functie wordt gebruikt om de
helderheid van het beeld aan te passen (het
verschil tussen lichte en donkere gebieden
op het scherm).
Netherlands
9
Advertenties
Inhoudsopgave
