Om uw hartslag te meten, gaat u op de voetleu-
ning staan en houdt u de sensorstang met de
metalen contactpunten op uw handpalmen vast
– beweeg uw handen niet. Wanneer uw hartslag
gemeten kan worden, zal bij iedere hartslag een
hartsymbooltje in de calorie display opflikkeren,
en zal uw hartslag worden aangegeven. Houd de
contactpunten ongeveer 15 seconden lang vast
voor de meest nauwkeurige hartslagwaarde.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
verschillende snel
heidsinstellingen. Druk
herhaaldelijik op de
ventilatortoetsen om een
ventilatorsnelheid te kiezen of om de ventilator uit
te zetten.
8. Verwijder de sleutel uit het bedieningspaneel
wanneer u klaar bent met oefenen.
Ga op de voetleuning staan, druk op de toets
End/Summary (einde/samenvatting) en stel de
helling van de loopband af op nul. De helling
moet staan op nul anders kunt u de loopband
beschadigen. Trek vervolgens de sleutel uit het
bedieningspaneel en berg deze veilig op.
Wanneer u klaar bent met de loopband te gebrui
ken, zet u de stroomschakelaar in de stand Off
(uit) en neemt u het snoer uit het stopcontact.
BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen de
elektrische onderdelen van de loopband voortij-
dig slijten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
18.
2. Kies een vooraf ingestelde oefening.
Om een vooraf ingestelde oefening te selecteren
drukt u herhaaldelijk op de toets Calorie Workouts
(calorieoefening), Incline Workouts (hellingoe
fening), of Speed Workouts (snelheidsoefening)
totdat de gewenste oefening op het scherm ver
schijnt.
De display zal, wanneer u een oefening kiest, de
tijdsduur van de oefening en de naam van de oe
fening aangeven. Bovendien zal er een profiel van
de snelheidsinstellingen van de oefening op het
scherm verschijnen. Wanneer u voor een calorie
enoefening kiest, dan zal bij benadering het aantal
calorieën dat u zult verbranden op het scherm ver
schijnen.
3. Start de oefening.
Druk op de toets Start of de toenametoets Speed
(snelheid) om met de oefening te beginnen. Kort
nadat u op de toets heeft gedrukt, zal de loopband
zich automatisch aanpassen aan de eerste snel
heid en hellingsinstelling van de oefening. Houd
de handleuningen vast en begin te lopen.
Elke oefening is in onderdelen ingedeeld. Er is één
snelheidsinstelling en één hellinginstelling voor elk
segment geprogrammeerd. Let op: Dezelfde snel
heids en/of hellinginstelling kan/kunnen voor op
eenvolgende segmenten geprogrammeerd worden.
Tijdens de oe
fening wordt
uw profiel op
de snelheid
en de helling
keuze aange
geven zodat u
uw vordering
kunt volgen. Het knipperend segment van het pro
fiel stelt het huidige segment van de oefening voor.
De hoogte van het knipperende segment geeft de
weerstandsinstellingen van het huidige segment
aan. Aan het einde van elk segment, zal een serie
tonen te horen zijn en zal het volgende segment
van het profiel beginnen op te flikkeren. Als een
andere snelheids en/of hellinginstelling voor
het volgende segment geprogrammeerd is, dan
zal de snelheids en/of hellinginstelling een paar
seconden lang in de display opflikkeren om u te
waarschuwen en zal de loopband zich automatisch
aanpassen aan de nieuwe snelheids en hellingin
stelling.
20
Huidige segment