Inhoudsopgave
Advertenties
Deel 2 – Bediening
2.5 Starten
Lees zorgvuldig en maak u volkomen vertrouwd met
de VOLLEDIGE inhoud van deze handleiding en ALLE
waarschuwings- en instructiestickers op het platform.
Voordat u dit platform bedient, moet u de controles
vóór de start uitvoeren en de taken van de controlelijst
van de bediener doornemen, zoals beschreven in dit
hoofdstuk.
2.5-1 Controles vóór de start
Vóór het starten moet de bediener een inspectie
uitvoeren.
De controle vóór de start is een visuele inspectie die,
voordat iedere werkploeg zijn werk begint, wordt
uitgevoerd door de bediener.
1.
Verzeker u ervan dat er geen obstakels zijn rond
het platform en op de rijweg, zoals putten,
inzinkingen, afval, greppels en zacht vulmateriaal.
2.
Controleer of er geen elektriciteitsdraden of
slangen in de baan van het platform liggen.
3.
Controleer of de accu's helemaal zijn opgeladen.
Trek de draad van de wisselstroomlader uit de
externe vermogensbron.
4.
Controleer of zowel de acculade als de lade met
hydraulische/elektrische onderdelen dicht en
gesloten zijn.
5.
Controleer of de vrijloopklep helemaal is
toegedraaid.
6.
Zorg ervoor dat alle relingen en blokkeerstiften
op hun plaats zitten en vergrendeld zijn.
7.
Rijd niet op of van hellingen die steiler zijn
dan 23% (3215 en 3219) of 25% (3220, 3226,
3220M, 3226M, 4620, 4626, 4632, 6826 en 6832).
Rijd hellingen slechts op of af als het oppervlak
stevig is.
8.
Controleer de open ruimte boven het platform.
Waarschuwing
Gebruik of bedien het platform niet indien een
onderdeel is gewijzigd of beschadigd of indien het
vast staat vanwege ongebruik of reparaties.
Gebruik van de kooi op scharnierende arm in
dergelijke omstandigheden kan resulteren in
dodelijke verwondingen of ernstige letsels.
SKYJACK, bladzijde 26
Bedien dit platform niet zonder de nodige
toestemming en training.
Indien dit gevaar niet wordt vermeden, kan dat
dodelijk letsel of ernstige verwondingen
2.5-2 Controlelijst voor bediener
De gebruiker dient de machine te controleren op een
goede werking vóór de aanvang van iedere
werkploeg:
1.
Bedienings- en noodorganen.
2.
Beveiligingen en eindschakelaars.
3.
Persoonlijke veiligheidsuitrusting.
4.
Banden en wielen.
5.
Steunbalken (indien aanwezig) en andere
structuren.
6.
Controle op lekken in hydraulische, perslucht-
en brandstofsystemen.
7.
Losse of ontbrekende onderdelen.
8.
Kabels en bedradingsbundel.
9.
Plakkaten, waarschuwingen,
bedieningsinstructies en handleidingen.
10.
Relingsysteem met inbegrip van blokkeerstiften.
11.
Motoroliepeil (indien aanwezig).
12.
Vloeistofpeil van accu's.
13.
Peil van het hydraulisch reservoir.
14.
Koelwaterpeil (indien aanwezig).
15.
Parkeerremmen
Compacte en conventionele modellen
April 2006
Starten
Waarschuwing
veroorzaken.
(controleer
werking).
Advertenties
Inhoudsopgave
