Installatie
doorstroomcel
14
Installatie
• Plaats een O-ring (4) op de celdop (5). Plaats
deze op de doorstroomcel (2) aan het uiteinde
het verst van het zijgat.
• Schroef een stroomcelmoer (3) op de celdop.
• Schroef de rechte buisvatting (6) in het gat van
de celdop.
• Neem de tweede O-ring (4) en bevestig deze
op de doorstroomcelceladapter (1). Plaats deze
op de doorstroomcel (2) aan het uiteinde het
dichtst bij het zijgat.
• Schroef de tweede moer (3) over de stroomcel-
adapter.
• Schroef de elleboogpijp (7) in het zijgat van de
doorstroomcel (2).
• Plaats de O-ring (8), in de stroomceladapter (1).
Maak de sonde klaar voordat u ze in de door-
stroomcel monteert.
• Verwijder de beschermkap en controleer of de
O-ring (10) op zijn plaats zit. Plaats de vlot (13)
op de sonde. Schroef de adapter voorzichtig
(12) op de sonde zonder de o-ring te bescha-
digen.
• Monteer de kraag (15) op het paneel met de
meegeleverde schroef.
• Breng de samengestelde doorstroomcel in de
kraag (15) en zet deze vast door te sluiten.
• Steek de elektrode (11) voorzichtig in de door-
stroomcel zonder de O-ring te beschadigen,
totdat de adapter (12) in de doorstroomcel zit.
• Draai de moer (11) aan tot het geheel goed
vastzit.
• Connecteer de aanzuigleiding voor de door-
stroomcel bovenaan (14a).
• Connecteer de retourleiding voor de door-
stroomcel onderaan (14b).
Meettest
Spoel de elektrode met gedistilleerd water. Dom-
pel de tip (onderste 4 cm) in het monster en roer
ca. 30 seconden voorzichtig. Voor een snellere
respons en om kruisbesmetting van de monsters
te voorkomen, spoel de elektrode met de testop-
lossing alvorens te meten.