De onderdelen en hun functie
R
P
S
ti2377a
N
M
Afb. 1
A
Motor
B
Aandrijving
D
Onderpomp
E
Vloeistofuitlaat
F
Vulkraan
G
Vloeistoffilter
H
Knop voor drukregeling
J
Drukregeling
K
ON/OFF-schakelaar
M
50 ft (15 m) hoofdslang
N
Spuitpistool
P
Spuittuit
R
HandTitet
Tipbeschermer
S
Veiligheidsvergrendeling
van pistool
T
Slangenrek
U
Zuigbuis
V
Aftapbuis
W
AutoClean
4
311181
J
K
H
T
Gelijkstroommotor, permanente magneet, geheel omsloten, ventilatorgekoeld
Brengt het vermogen van de gelijkstroommotor over op de onderpomp
Zorgt ervoor dat het te spuiten materiaal van de bron door het spuitpistool wordt
gevoerd
De materiaalslang wordt hier aangesloten
Wordt gebruikt om het spuitpistool voor gebruik te vullen met vloeistof, en bij het
aftappen (de kraan ontlast ook de druk aan de vloeistofuitlaat) bij open kraan
Filtert de vloeistof vlak voordat het naar het pistool gaat
Regelt de materiaaluitlaatdruk
Regelt het toerental van de motor om de materiaaldruk bij de uitlaat van de
onderpomp te handhaven. Werkt via een knop voor het afstellen van de druk
Netvoedingsschakelaar: schakelt de elektrische netspanning voor het spuit-
apparaat aan en uit
Geaarde nylon slang met binnenmaat van 1/4 inch. en veerklemmen aan beide
uiteinden
Hogedrukspuitpistool met veiligheidsvergrendeling
Maakt gebruik van vloeistof onder hoge druk om verstoppingen te verwijderen
zonder de tip van het spuitpistool af te hoeven halen
De tipbeschermer vermindert het risico van letsel door vloeistofinjectie
De veiligheidspal van het pistool voorkomt dat de trekker van het spuitpistool
per ongeluk wordt ingedrukt. Afgebeeld is het Contactor II pistool. Zie de hand-
leiding van uw spuitpistool hoe u de trekker van uw pistool op de juiste wijze op
de veiligheidspal zet.
Om bij opslag de slang op te rollen
Zorgt ervoor dat de te spuiten vloeistof van de bron naar de pomp wordt gevoerd
Vloeistofuitlaat die dient voor het aftappen en voor het vullen van het spuitapparaat
Omgekeerd-spoelsysteem
G
A
F
E
W
ti4281a
B
V
U
D