Download Print deze pagina

elco VISTRON 300F.EZM Handleiding pagina 3

Advertenties

Algemeen
De zonne-energie-boiler is een indirect
verwarmd apparaat. De tank is als
drukboiler ontwikkeld en dus met een
verwarmingsketel voor de voorziening
van meer tappunten geschikt.
De maximaal toegestane aansluitdruk
voor de tapwater- en verwarmingszijde
kan uit tabel 2 worden gehaald. De aan
de binnenkant liggende warmtespiralen
garanderen een goede warmteover-
dracht en de hoogwaardige isolatie
begrenst de warmteverliezen tot een
minimum. Om onnodige tijden, waarop
de verwarming niet werkt, te vermijden
dient de tapwatertemperatuur niet hoger
ingesteld te zijn dan voor de betreffende
behoefte beslist noodzakelijk is.
Een temperatuur boven de 60°C moet
vanwege energiebesparing indien
mogelijk niet worden gekozen. Dit geldt
vooral ook bij zeer kalkhoudend water.
Werkwijze
De boiler is via de KW-aansluiting met
het voorzieningsnet en via de
WW-aansluiting met de tappunten
verbonden. Wordt uit een tappunt warm
water genomen, stroomt er weer koud
water in de boiler, waar dit op de
gewenste temperatuur wordt verwarmd.
De verwarming vindt indirect plaats door
het verwarmingswater, dat met een laad-
pomp door de verwarmingsspiralen wordt
getransporteerd en daar zijn warmte aan
het tapwater afgeeft.
Opstelling
Om transportschade te vermijden, moet
de verpakking pas op de opstellings-
plaats worden verwijderd. Voor het
opstellen moeten de apart verpakte
stelpoten aan de onderzijde van de
boiler in de moeren op de steunring
worden gedraaid. Bij opstelling in de
kelder is het vanwege het vocht op de
vloer aan te bevelen de tapwaterboiler
op een voetstuk te zetten.
Voor onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden moet voor de tapwaterboiler
voldoende plaats worden vrijgehouden.
Installatie
Algemeen
Bij de opstelling en installatie van de
tapwaterboiler dienen vooral volgende
voorschriften in acht te worden genomen:
DIN 1988, DIN 18160, DIN 4753,
DIN 4109, energiebesparingswet en
VDE-voorschriften. Bovendien dienen
de betreffende voorschriften van het
nutsbedrijf en ook bouwrechtelijke
voorschriften in acht te worden genomen.
De opstelling, installatie en eerste
ingebruikneming moet door een erkende
vakman die rekening houdt met deze
instructies plaatsvinden. De plaats van
opstelling moet volgens DIN 4753 tegen
vorst beschermd zijn. Hij moet in de
directe omgeving van het warmte-
apparaat worden gekozen.
Tapwaterinstallatie
De aansluiting op de koude waterleiding
moet volgens DIN 1988 gebeuren met
gebruik van een geschikte veiligheids-
groep. De veiligheidsklep moet als
proefmodel zijn getest en zo zijn in-
gesteld, dat het overschrijden van de
toegestane bedrijfdruk wordt verhinderd.
De afblaasleiding mag niet worden
gesloten. Bij een tapwaterinhoud van
200-1 00 l is een minimale klepafmeting
van NW 20 (R ¾") nodig. De toegestane
netdruk wordt met volgende formule
bepaald: toegest. netdruk = toegest.
bedrijfsdruk * 0,8.
Is de netdruk groter dan toegestaan,
dan moet deze met behulp met een
drukregelaar tot de toegestane waarde
worden gereduceerd. De volgorde van
afzonderlijke armaturen staat in het
aansluitschema.
Aansluitschema voor tapwaterinstallatie
Circulatie
Circulatieleiding
Door een circulatieleiding ontstaan
meestal hoge stilstandverliezen,
daarom moet een circulatieleiding
alleen bij een vertakt warmwaternet
of op grote afstand liggende tappunten
door gebruik te maken van een tijd-
gestuurde circulatiepomp worden
voorzien. In de circulatieleiding moet
een terugslagklep worden gemonteerd,
de leidingen moeten zorgvuldig worden
geïsoleerd.
Warmwateraansluiting
De tapwaterboiler is geschikt voor
pompfunctie. Aanvoer- en retour-
leidingen moeten op de daarvoor
bedoelde plaatsen van de tapwater-
boiler worden aangesloten.
De aansluitingen zijn in de tankschets
aangegeven. De noodzakelijke
terugslagkleppen moeten functioneel
in de leidingen worden gemonteerd.
Om energieverliezen zo gering
mogelijk te houden, moeten de
leidingen zorgvuldig worden geïsoleerd.
Bij het vullen van de verwarmingkring
moet deze worden ontlucht.
Boilerregeling
Als er geen geschikt boilerregeling
aanwezig is, dan kan bij de fabrikant
een geschikte regelschakelkast /
aanbouwtemperatuurregelaar worden
besteld.
Tapplaatsen
Veiligheidsklep
gecontroleerde
afvoerleiding
Veiligheidsgroep
volgens DIN 1988
3

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vistron 400f.ezmVistron 500f.ezm