Hoofdmenu
Sensoringang toewijzen
Meetplaats 2 deactiveren
Demping
Linearisatie
VEGAMET 142 • 4 ... 20 mA
7 Met de geïntegreerde display- en bedieningseenheid in bedrijf nemen
•
Berekening gemiddelde waarde
•
Putten
•
Pompstation
•
Afvalwateropvoerstation
•
Hekbesturing
•
Flowmeting goot/overstort
•
Dichtheid
•
Tank onder druk
•
Regenoverloopbekken
Informatie:
Een overzicht van de beschikbare toepassingen en functies vindt u in
de bijlage
Het hoofdmenu is in vier bereiken verdeeld met de volgende functio-
naliteit:
•
Meetkring: bevat instellingen voor de inregeling, linearisatie,
schaalinstelling en relaisuitgangen, ...
•
Weergave: bevat instellingen voor de meetwaardeweergave
•
Uitgebreide functies: bevat instellingen voor fail safe relais,
toegangsbeveiliging, reset, ...
•
Diagnose bevat informatie over instrumenttype/-status, ...
7.4.1 Meetplaats
De VEGAMET 142 is bedoeld voor de aansluiting van twee onafhan-
kelijke sensoren. Daardoor kunnen ook twee van elkaar onafhan-
kelijke metingen worden uitgevoerd. Bovendien kan via een derde
meetplaats een nieuwe waarde uit de beide ingangswaarden worden
berekend.
Via het menupunt " Sensoringang" wordt vastgelegd, welke van de
beide ingangen aan meetplaats 1 resp. meetplaats 2 wordt toegewe-
zen. Af fabriek is de volgende toewijzing ingesteld:
•
Meetplaats 1 -> sensoringang 1
•
Meetplaats 2 -> sensoringang 2
Indien meetplaats 2 niet wordt gebruikt, kan deze via deze functie
worden gedeactiveerd. Dit heeft als voordeel, dat bij een niet aange-
sloten sensoringang geen uitvalsignaal wordt gegeven.
Om variaties in de meetwaarde-aanwijzing bijv. door onrustige mediu-
moppervlakken te onderdrukken, kan een demping worden inge-
steld. Deze tijd mag tussen 0 en 999 seconden liggen. Let erop, dat
daarmee echter ook de reactietijd van de meting groter wordt en er op
snelle meetwaardeveranderingen vertraagd wordt gereageerd. In de
regel is een tijd van enkele seconden voldoende, om de meetwaar-
de-aanwijzing verregaand te stabiliseren.
Een linearisatie is bij alle tanks nodig, waarbij het tankvolume niet
lineair toeneemt met de vulhoogte - bijv. bij een liggende cilindrische
tank of een kogeltank. Voor deze tanks zijn bijbehorende linearisatie-
curves opgenomen. Deze geven de verhouding tussen het procentu-
21