7
Instelling en installatie
7.1
Installatieomstandigheden
7.1.1
Temperatuur en luchtvochtigheid
Werkingstemperatuur (omgevingstemperatuur):
Relatieve luchtvochtigheid:
VOORWAARDEN VOOR DE OMGEVING
Voldoende verlichting op de werkplek.
•
Stofvrije omgeving (Graad 2, IEC60947-1).
•
De omgeving moet EMV-afgeschermd zijn.
•
Zonder storende elektrische installaties, slangen en pijpleidingen.
•
Fluctuatievrije stroomvoorziening.
•
OPSTELPLAATS
De opstelplaats moet:
Een stabiele stroomvoorziening hebben.
•
Vibratievrij zijn.
•
Voldoende luchttoevoer voor de laserinvoer en de pc hebben.
•
7.2
De verpakking verwijderen
TRANSPORTINSPECTIE EN SCHADEMELDING
Controleer de levering direct na de ontvangst op volledigheid en transportschade.
•
Neem de levering niet of alleen onder voorbehoud aan als er uiterlijk zichtbare transportschade is.
•
Noteer de omvang van de schade op de transportdocumenten of afleverbon van de vervoerder.
•
Meld zo snel mogelijk klachten over gebreken die niet onmiddellijk werden gezien, aangezien schadeclaims alleen
•
binnen de geldende termijnen kunnen worden ingediend.
+15 °C tot +35 °C
Max. 60%, niet condenserend
Instelling en installatie
33