10 Bijlage
10 Bijlage
10.1 Foutcodes gasbrander
Beknopte
Fout* Omschrijving
oorzaak
E1 Overschrijden van de temperatuur van de veilig-
heidsuitschakeling FA gedurende minstens 60 s
E1/E1
Uitschakeling
geblokkeerd, automatische vrijgave na afkoeling
29
bij te hoge
E129 De uitschakeling bij te hoge temperatuur is in
temperatuur
verband met oververhitting geactiveerd. De tem-
peratuur van de veiligheidsuitschakeling op de eSTB
is overschreden.
E4/E1
E4 Ventilator loopt aan, gasmagneetklep opent
Geen vlam
32
(klikken), ontsteking, geen vlam of alleen ploffen
E4 Ventilator loopt aan, gasmagneetklep opent niet
E4/E1
Geen vlam
(geen klikken), ontsteking, geen vlam of alleen
32
ploffen
De vlammen doven tijdens de stabilisatiefase of
Doven van de
E5/E1
tijdens de werking. De storingsmelding wordt
vlammen
33
tijdens de geforceerde ventilatie uitgegeven.
Sensor
E12/E
Temperatuursensor eSTB defect.
defect
140
Voortijdige
Er is een vlamsignaal vastgesteld voordat de bran-
E139
vlamvorming
der werd gestart.
Het toerental van de ventilator is niet in stap 6
Het toerental
E24
bereikt (vrijgave van de besturing)
van de
ventilator is
Blokkering van de BA, als het toerental van de
E152
niet bereikt.
ventilator niet in de stappen 2, 3, 8 wordt bereikt.
Het toerental
van de
ventilator is
E154
De ventilator is niet stil blijven staan.
niet aanne-
melijk
Relais defect
E198
Relais defect
* De foutcode wordt weergegeven op de systeemregelaar SolvisControl met "F" en op de interface met "E".
24
Oorzaak
Maatregel HW
Keteltemperatuur >105 C
Reden controleren
door watergebrek
eSTB geheel naar binnen schuiven en wer-
king controleren
eSTB defect of onjuiste zit
Gaskraan dicht of tank
Gaskraan openen of tank vloeibaar gas
vloeibaar gas leeg
vullen
Stroomdruk gastoevoer te
Voordruk op "IN"-steunen van de gascom-
laag
biklep controleren: moet 20 - 60 mbar zijn.
Instelling corrigeren (zie
CO2-waarde onjuist inge-
lingen van de brander" in de montagehand-
steld
leiding MAL-SX-LN-3)
Onjuiste positie (zie
Ontstekingselektrode
van de brander" in de montagehandleiding
MAL-SX-LN-3
Ontstekingskabel defect
Kabel controleren
Ionisatiestroom (
de brander" in de montagehandleiding MAL-
Ionisatiestroom te klein
SX-LN-3) kabel en faserichting controleren
(L+N verwisseld), ionisatie-elektrode ver-
vangen
Luchttoevoer- of gasafvoer-
Controle van de luchttoevoer- en gasafvoer-
route verstopt
route evenals venturisproeier, evt. reinigen
Condensafvoer niet vastge-
Sifon, condenspomp en leiding (waterzak)
zet
controleren
Contact tussen ontstekings-
elektrode en branderkop
Afstand herstellen
(bijv. vezel van weefsel)
Gasmagneetklep defect
Gasmagneetklep controleren/vervangen
Branderautomaat defect
Branderautomaat controleren/vervangen
Aanslag op ionisatie-
Ionisatie-elektrode controleren, evt. reini-
elektrode
gen of vervangen
Condensafvoer niet vastge-
Sifon, condenspomp en leiding (waterzak)
zet
controleren
Luchttoevoer- of gasafvoer-
Controle van de luchttoevoer- en gasafvoer-
route verstopt
route evenals venturisproeier, evt. reinigen
Stroomdruk gastoevoer te
Voordruk op "IN"-steunen van de gascom-
laag
biklep controleren: moet 20 - 60 mbar zijn.
Gasstroombewaking te klein
Gasstroombewaking vervangen
of defect
Vlam verstikt vanwege CO in
Ringspleetmeting, afdrukken van de rook-
de toegevoerde lucht. Rook-
gasafvoerroute
gasafvoersysteem lek.
Sensor defect
eSTB vervangen
Kortsluiting van ionisatie-
Kabel en ionisatie-elektrode controleren
elektrode
Ventilator of branderauto-
Kabel, stekkers, ventilator, branderauto-
maat defect
maat controleren/vervangen
Ventilator of branderauto-
Kabel, stekkers, ventilator, branderauto-
maat defect
maat controleren/vervangen
Relais defect
Branderautomaat vervangen
MAL-SX-LN-3-NL · Technische wijzigingen voorbehouden · 29035-3f SOLVIS
hfdst. "Instel-
hfdst. "Onderhoud
hfdst "Onderhoud van