2.5. Plaats van opstelling (in de notebook modus)
• Houd uw apparaat en alle aangesloten apparaten uit de buurt
van vocht en vermijd stof, hitte en direct zonlicht. Wanneer
deze instructies niet in acht worden genomen, kan dit leiden
tot storingen of tot beschadiging van het apparaat.
• Gebruik uw apparaat niet in de open lucht, omdat externe in-
vloeden zoals regen, sneeuw etc. schade aan het apparaat
kunnen toebrengen.
• Plaats en gebruik alle onderdelen op een stabiele, vlakke en
trillingvrije ondergrond zodat het apparaat niet kan vallen.
• Dit toestel is niet geschikt als monitor in een kantooromgeving.
2.6. Omgevingsomstandigheden
• Het apparaat kan worden gebruikt bij een omgevingstempera-
tuur van +5 °C tot +30 °C en een relatieve luchtvochtigheid van
20 % - 80 % (niet condenserend).
• In uitgeschakelde toestand kan het apparaat worden opgesla-
gen bij een temperatuur van 0 °C tot 60 °C.
• Neem tijdens onweer de netstekker uit het stopcontact. Wij ad-
viseren u in verband met de extra veiligheid, om gebruik te
maken van een overspanningsbeveiliging om uw apparaat te
beschermen tegen beschadiging door spanningspieken of blik-
seminslag op het elektriciteitsnet.
• Wacht na het transport van het apparaat met de ingebruikna-
me tot het apparaat zich heeft kunnen aanpassen aan de om-
gevingstemperatuur. Bij grote schommelingen in temperatuur
of luchtvochtigheid kan er door condensatie vocht in het appa-
raat ontstaan wat aanleiding kan geven toto kortsluiting.
• Bewaar de originele verpakking voor het geval u het apparaat
moet verzenden.
9