Systeeminstellingen
Lijst van parameters die kunnen worden toegewezen
Toetsenbord
5.
Druk op de [ENTER]-knop.
52
Display
Parameter
VOLUME
PANPOT
TEMPO
COARSE TUNING
FINE TUNING
AFTERTOUCH
CONTROL CHANGE
CHORUS LEVEL
REVERB LEVEL
KEY VELOCITY
Beschrijving
Wijst de VOLUME-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
VOLUME: 0–127
Wijst de PANPOT-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
PANPOT: 0–127
Wijst het tempo van de F8 Clock-commando's toe aan de VALUE-
regelaar.
TEMPO: 20–250
Wijst de COARSE TUNING-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
COARSE TUNING: 0–127
Wijst de FINE TUNING-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
FINE TUNING: 0–127
Wijst de AFTERTOUCH-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
AFTERTOUCH: 0–127
Wijst de CONTROL CHANGE-parameter toe aan de VALUE-
regelaar.
CONTROL CHANGE: 0–127
Wijst de CHORUS LEVEL-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
CHORUS LEVEL: 0–127
Wijst de REVERB LEVEL-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
REVERB LEVEL: 0–127
Wijst de KEY VELOCITY-parameter toe aan de VALUE-regelaar.
In de KEY VELOCITY MODE ligt de aanslagwaarde vast.
De A-500S verzendt de aanslagwaarde die overeenkomt met de
kracht waarmee u de toetsen indrukt, maar als de KEY VELOCITY
aan de VALUE-regelaar is toegewezen, wordt de vaste
aanslagwaarde verzonden die u met de VALUE-regelaar hebt
ingegeven, ongeacht de kracht waarmee u de toetsen indrukt.
Gebruik de KEY VELOCITY MODE als u niet wilt dat de
aanslagwaarden worden beïnvloed door de manier waarop u de
toetsen indrukt.
KEY VELOCITY: toetsen 1–127
* Als u de VALUE-regelaar gebruikt om de waarde op "tch" in te
stellen, komt de verzonden snelheid overeen met de kracht
waarmee u de toetsen indrukt.