Overige instellingen
Instellingen voor verzonden boodschappen
Hier ziet u hoe de MIDI-boodschappen, die verzonden worden als
een [USER/MIDI] koppeling aan is, worden gespecificeerd.
1.
In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2.
Draai aan de [Select/Menu] knop om '5 USER/MIDI
Coupler' te selecteren.
fig.LCD006.eps
3.
Druk op de [Select/Menu] knop om naar het 'USER/MIDI'
scherm te gaan.
4.
Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar de
hoogste positie te verplaatsen, en draai dan aan de
[Waarde/Exit Menu] knop om het tablet waarvan u de
instellingen wilt veranderen te selecteren.
fig.LCD093.eps
Indicatie
Tablet naam
MAN-I A
MAN I (onderste) [USER MIDI A] tablet
MAN-I B
MAN I (onderste) [USER MIDI B] tablet
MAN-II A
MAN II (bovenste) [USER MIDI A] tablet
MAN-II B
MAN II (bovenste) [USER MIDI B] tablet
PEDAL A
PEDAL (voetklavier) [USER MIDI A] tablet
PEDAL B
PEDAL (voetklavier) [USER MIDI B] tablet
5.
Draai aan de [Select/Menu] knop om het onderdeel te
selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit Menu] knop om
de instellingen te veranderen.
fig.LCD074.eps
Indicatie
Uitleg
Name
Selecteren op klanknaam
PC Number
Program Change nummer
Bank MSB
Bank Select MSB
Bank LSB
Bank Select LSB
Volume
Specificeert het volume
70
Indicatie
Octave
Reverb
Chorus
Velocity
Expression
6.
Druk twee keer op de [Waarde/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Klanken op het externe MIDI-apparaat
selecteren
Hoe klanknamen worden weergegeven
Het klavier gebruiken om te selecteren
1.
2.
Reeks
Name of sound
OFF, 1–128
OFF, 0–127
OFF, 0–127
OFF, 0–127
Uitleg
Specificeert het octaaf
(toonhoogte)
Specificeert de diepte van Reverb
Specificeert de diepte van Chorus
Velocity waarde
KBD:
de Velocity van het klavier wordt gebruikt
EXP:
de positie van het expressiepedaal wordt gebruikt
2-127:
de gespecificeerde waarde wordt als de Velocity
gebruikt
Expressiepedaal
Als een MX-200 of een GM2 compatibele geluidsmodule is
aangesloten, kunt u 'Tone Name' op de geluidsmodule die u
gebruikt instellen (p.72), zodat de namen van de klanken in het
'Name' veld van het 'USER/MIDI' scherm worden getoond. Op
die manier kunt u klanken op naam selecteren.
Zelfs als het 'USER/MIDI' scherm niet wordt weergegeven, kunt
u de volgende methode gebruiken om klanken op het externe
MIDI-apparaat te selecteren.
Draai aan de gewenste [USER/MIDI] koppeling.
Houd het [SET] piston ingedrukt en speel een noot
op het klavier of op het voetklavier.
De [USER/MIDI] koppeling knippert.
De Program Change die correspondeert met de noot die u
speelde wordt verzonden, en de klankselectie op het MIDI-
apparaat verandert.
Iedere noot op het klavier correspondeert met de volgende
Program Changes.
Klavier
Klanknaam
Onderste klavier
C2–C7
Bovenste klavier
C2–C7
Voetklavier
C2–F2
Reeks
-2–+2
OFF, 1–127
OFF, 1–127
OFF, ON
Program change
1–61
62–122
123–128