6 Onderhoudsinstructies
6.14
De montageflenzen van de uitwerppijp smeren
1. Zorg ervoor dat de versnipperaar in
veilige conditie is. (Zie Paragraaf 6.1
" Veilig onderhoud " op pagina 41.)
2. Verwijder de uitwerppijp.
3. Verwijder alle restanten vet en vuil van
de flens van de uitwerppijp en de
montageflens (Afbeelding 29).
4. Breng universeel smeervet aan op
beide flenzen.
5. Zet de uitwerppijp weer vast.
6.15
Sledes van de walskast smeren
Doe dit regelmatig. Bij intensief gebruik van de machine of bij gebruik in een vuile
of stoffige omgeving moet dit wekelijks gebeuren. Als de sledes drooglopen,
kan de bovenste wals vastlopen. Hierdoor wordt de intrekkracht van de walsen
gereduceerd. Dit kan leiden tot overmatige slijtage.
GEBRUIK GEEN VET OP BASIS VAN GRAFIET.
1. Zorg ervoor dat de versnipperaar in veilige conditie is. (Zie Paragraaf 6.1 " Veilig
onderhoud " op pagina 41.)
2. Draai de schroeven van de beschermkap van de walskast los en verwijder de kap.
3. Verwijder de twee veren van de walskastslede.
4. Til de bovenste wals op en steek er een stuk hout van geschikte grootte onder om
het op zijn plaats te houden.
Opmerking De walskastslede weegt meer dan 20 kg.
5. Verwijder alle sporen van oud smeervet en vuil.
6. Breng met een borstel een dunne vetlaag aan, direct op de oppervlakken van de
slede, waaronder de binnenste zijvlakken van de slede.
7. Verwijder het stuk hout, laat de walskastslede zakken en zet de veren weer terug.
8. Zet de beschermkap van de walskast terug en zet deze gast, zorg er daarbij voor dat
deze correct over de bevestigingsbeugel is geplaatst.
C190-0426 - Rev. 1.0 NL
TW 160PH (Benzine)
Afbeelding 29 - Uitwerpflens - pijp verwijderd
53/67