6-3-1 Meten van weerstand
(1) Verbind het zwarte meetsnoer met de COM klem en het rode met de V Hz klem.
(2) Plaats de functieschakelaar op " " (de symbolen "AUTO" en "M " lichten op)
Controleer of het symbool "OL" oplicht. Sluit daarna de meetsnoeren kort en controleer of de uitlezing "0" weergeeft.
(3) Verbind de meetsnoeren met beide zijden van de te meten weerstand. De weerstandswaarde wordt aangeduid.
Opmerking: zelfs na het kortsluiten van de meetpunten kan het voorkomen dat de aangeduide waarde niet gelijk is aan "0". Dit is het
gevolg van de weerstand van de meetsnoeren en duidt niet op een fout.
In zult geval drukt men op de REL toets. De waarde "0" wordt weergegeven.
6-3-2 Diodetest
(1) Verbind het zwarte meetsnoer met de COM klem en het rode met de V Hz klem.
(2) Plaats de functieschakelaar op " "(de symbolen "AUTO" en "M " lichten op)
(3) Druk éénmaal op de SELECT toets en stel het toestel in voor diodetest.
(De symbolen "Diode" en "V" lichten op)
Controleer of het symbool "OL" wordt weergegeven en sluit de meetpunten van de meetsnoeren kort. De waarde "0" wordt
weergegeven.
(4) Verbind het zwarte meetsnoer met de kathodekant van de diode en het rode met de anodekant van de diode.
De spanning in doorlaatrichting wordt weergegeven.
(5) Verbind het zwarte meetsnoer met de anodekant van de diode en het rode met de kathodekant van de diode.
Normalerwijze wordt het symbool "OL" weergegeven.
Besluit: de diode is OK als het toestel beantwoordt aan punt (3) en (4).
Opmerking: de onbelaste spanning tussen de meetklemmen bedraagt ± 1.5V (meetstroom ± 0.4mA)
6-3-3 Continuïteitstest
(1) Verbind het rode meetsnoer met de V Hz klem en het zwarte met de COM klem.
(2) Plaats de functieschakelaar op " " (de symbolen "AUTO" en "M " lichten op)
(3) Druk tweemaal op de SELECT toets en stel het toestel in op continuïteitsmodus.
(De symbolen "@" en " " lichten op)
Controleer of het symbool "OL" oplicht. Sluit daarna de meetpunten kort en controleer of de waarde "0" wordt weergegeven en of
er een geluidssignaal wordt uitgezonden.
(4) Verbind de meetsnoeren met beide zijden van de te testen weerstand.
De gemeten waarde wordt uitgelezen. Er wordt een geluidssignaal gegenereerd bij minder dan ± 50 .
Opmerking: zelfs na het kortsluiten van de meetsnoeren is het mogelijk dat de weergegeven waarde niet gelijk is aan "0". Dit is het
gevolg van de weerstand van de meetsnoeren en is volkomen normaal. In zult geval drukt men op de REL toets en de waarde "0"
wordt weergegeven.
6-4 Meten van capaciteit
l
Om een elektrische schok te voorkomen, geen metingen uitvoeren op een stroomkring onder spanning.
l
Doe geen enkele meting wanneer u het batterijcompartiment of de behuizing opent.
l
Ontlaad de condensator alvorens een meting te beginnen.
(1) Verbind het zwarte meetsnoer met de COM klem en het rode meetsnoer met de V Hz klem.
(2) Plaats de functieschakelaar op "Capacitance" (de symbolen "AUTO" en "nF" lichten op)
(3) Druk op de REL toets; de waarde "0" wordt weergegeven (het symbool "REL " licht op)
!
GEVAAR