De afspeelsnelheid wijzigen
U kunt het afspelen sneller of trager laten verlopen
zonder dat de toon wordt gewijzigd.
1.
Druk op [SPEED].
De aanduiding [SPD] wordt gemarkeerd onder
aan het scherm en de afspeelsnelheid wordt
gewijzigd.
Druk opnieuw op [SPEED] om terug te keren naar
de normale afspeelsnelheid.
• U kunt de afspeelsnelheid niet wijzigen als het
galmeffect wordt toegepast (p. 68).
• U kunt de afspeelsnelheid niet wijzigen als een
bestand wordt afgespeeld met een
samplefrequentie van 88,2 kHz of 96 kHz.
• Als u de afspeelsnelheid veel sneller of trager
laat verlopen, wordt de toon aangepast.
De afspeelsnelheid selecteren
1.
Houd [SPEED] gedurende een paar seconden
ingedrukt.
De waarde van de momenteel opgegeven
afspeelsnelheid wordt weergegeven.
2.
Geef de gewenste afspeelsnelheid op.
fig.recoedersetting.eps_80
U kunt de instelling voor de afspeelsnelheid
wijzigen door [
de afspeelsnelheid wordt weergegeven.
(Standaard in vette letters)
50, 60, 70, 80, 90, 110, 120, 130, 140, 150
Instelling
(%)
Afspelen
]/[
] te gebruiken terwijl
67