Zang opnemen
• Richt de microfoon op het gezicht van de zanger
die u opneemt, zodat de opname niet
overgebalanceerd wordt in de richting van het
linker- of rechterkanaal. De zanger moet
bewegingen van zijn of haar hoofd tijdens het
zingen vermijden.
• Als het geluid van een ademhaling een probleem
is, kunt u dit verbeteren door de microfoon licht
naar beneden te richten. Het meegeleverde
windscherm kan hierbij ook helpen.
• Als de toon gedempt is, kunt u LOW CUT (p. 49)
inschakelen. Hierdoor verkrijgt u een scherper
geluid en vermindert het geluid van de
ademhaling. Normaal gezien probeert u het
geluid onder de 100 Hz te brengen.
• Maak opnames met WAV als u een cd of een
hoofdarchiefbestand van hoge kwaliteit gaat
maken of MP3 als de opname een memo van een
nummer is.
• U kunt het opgenomen geluid met galm
afspelen. Voor zang wordt vaak plaatgalm
gebruikt, maar u kunt verschillende instellingen
van uw voorkeur proberen.
'Galm toepassen op het afspelen' (p. 68)
Aanbevolen instellingen
Schakelaars op het achterpaneel
MIC GAIN
H
LIMITER
OFF
ON als er een probleem is met geluid van
LOW CUT
ademhaling of gedempt geluid
'Menu'-scherminstellingen
Samplefrequentie 44,1 kHz als u een cd maakt
Recorder-
instelling
Modus REC
Galmtype
Speler-
instelling
Galmdiepte
Afsnijdfrequentie
Ingangs-
van een LOW
instelling
CUT-filter
Opnemen
16 bits WAV of 128 kbps
MP3
PLATE
5–10
100 Hz
59