HOOFDSTUK -1: VOORDAT U HET APPARAAT IN GEBRUIK NEEMT
(ALGEMENE WAARSCHUWINGEN)
• De omgevingstemperatuur voor de meest ideale wer-
king van uw machine is 15-25°.
• Bevroren slangen kunnen scheuren en uit elkaar klap-
pen. In gebieden waar de temperatuur onder nul komt,
kan de omgevingstemperatuur de veilige werking van
de elektronische kaart in gevaar brengen.
• Zorg dat de zakken van de kleding die u in de was-
machine stopt geen vreemde materialen (spijkers,
spelden, munten, aanstekers, lucifers, paperclips enz.)
bevatten. Deze vreemde materialen kunnen uw was-
machine beschadigen.
• U wordt aanbevolen de eerste keer zonder
wasgoed te wassen op het katoenprogramma
90˚ en met ½ dosis wasmiddel in het 2e vak
van de wasmiddellade.
8