HOOFDSTUK 5: INLEIDENDE VOORBEREIDING VOOR
WASGOED (WASMIDDEL AAN DE MACHINE TOEVOEGEN)
De hoeveelheid wasmiddel die u in uw machine moet plaatsen hangt
af van de volgende criteria:
• Uw wasmiddelgebruik is gebaseerd op de vuilgraad van uw was-
goed. Gebruik geen voorwas voor weinig vuile was en doe de juiste
hoeveelheid wasmiddel in het 2e vak van de wasmiddellade.
• Voor erg bevlekt wasgoed kiest u een programma met voorwas en
doet u ¼ van het wasmiddel in de wasmiddellade in het 1e vak en de
resterende ¾ ervan in het 2e vak.
• Gebruik in uw machine wasmiddelen die zijn gemaakt voor automa-
tische wasmachines. De hoeveelheid wasmiddel dat u voor uw was-
goed kunt gebruiken treft u aan op de verpakking van het wasmiddel.
• Hoe harder het water is, hoe meer wasmiddel u moet gebruiken.
• De hoeveelheid wasmiddel dat u gebruikt verhoogt naarmate de
hoeveelheid wasgoed vermeerdert.
• Doe de wasverzachter in het wasverzachtervak in de wasmiddella-
de. Vul niet voorbij het MAX-niveau. Anders stroomt de wasverzachter
in het waswater.
• Dikvloeibare wasverzachters moeten worden verdund voordat ze
in de lade worden gedaan. Dikvloeibare wasverzachter verstopt de
stroom en laat de wasverzachter niet vloeien.
• U kunt vloeibaar wasmiddel in alle programma´s zonder voorwas
gebruiken. Hiervoor bevestigt u het schot voor wasmiddelniveau in de
accessoireszak of het apparaat voor vloeibaar wasmiddel (*)
in het 2e vak van de wasmiddellade en stelt u de hoeveelheid was-
middel in overeenkomstig het niveau op dit schot. Denk eraan het
schot voor vloeibaar wasmiddel te verwijderen.
(*) Machinespecificaties kunnen variëren per aangekocht product.
41
41