Bevestig de stuurring (4) met de schroeven met verzonken kop M10 (5) aan de steunen.
X
X
Draai de aansluitbout (1) vast met een aanhaalmoment van 105 Nm.
X
X
Draai de schroeven met verzonken kop (5) op de stuurring vast met een aanhaalmoment van 30
X
X
Nm.
Draai de stelschroef M8 (6), indien aanwezig, in het deksel (2) vast met een aanhaalmoment van 15
X
X
Nm.
5.4.2
Transport bij montage
Afhankelijk van het gewicht en de montagelocatie van de overspanningsafleider is evt. een kraan
nodig voor de montage. De hijskabels kunnen afhankelijk van de uitvoering van de overspanningsaf-
leider op onderstaande manieren worden bevestigd:
BevestigingXaanXtoebehoren
Afbeelding 1
BevestigingXaanXtoebehoren
Bevestig de hijskabel zoals te zien in afbeelding 1.
X
X
BevestigingXaanXoogbout
Verwijder de bovenste toebehoren van de overspanningsafleider.
X
X
Draai de oogbout in het draadgat M16x25.
X
X
Bevestig de hijskabel zoals te zien in afbeelding 2.
X
X
BevestigingXaanXdeXstuurring
Bevestig drie hijskabels aan de drie steunen van de stuurring en de haak van de kraan zoals te zin
X
X
in afbeelding 3.
5.4.3
Montagepositie
VOORZICHTIG!
AfzettingenXaanXdeXonderzijdeXvanXdeXschermen.
De geleidbaarheid van afzettingen heeft een nadelige invloed op de beschermende werking van de
POLIM®-I, -S of -H.
Monteer overspanningsafleiders altijd zo, dat de schermen omlaag wijzen.
X
X
1HC0046777 AB | NL | Gebruikshandleiding
BevestigingXaanXoogboutX
(indienXnietXmogelijkXaanX
toebehoren)
Afbeelding 2
BevestigingXaanXstuurringX
(indienXaanwezig)
Afbeelding 3
|
9