6
Onderhoud, instandhouding
GEVAAR!
InstallatieXonderXhoogspanning.
Dood, ernstig letsel en beschadiging van de elektrische installatie door een elektrische schok.
Laat werkzaamheden met overspanningsafleiders uitsluitend uitvoeren door geautoriseerd
X
X
technisch personeel.
Neem voorafgaand aan werkzaamheden aan de installatie de veiligheidsvoorschriften van EN
X
X
50110-1 in acht:
à Schakel de installatie spanningsvrij.
à Borg de installatie tegen opnieuw inschakelen.
à Controleer dat de installatie spanningsloos is.
à Aard de installatie en sluit deze kort.
à Dek of scherm spanningvoerende delen in de omgeving af.
De overspanningsafleiders bevatten geen onderdelen die onderhevig zijn aan slijtage en zijn daarom
onderhoudsvrij. Reserveonderdelen zijn niet nodig.
6.1
Vervanging na overbelasting of schade door ongedierte
Overbelasting tijdens bedrijf kan door de inwerking van lichtbogen leiden tot beschadiging (bv.
brandsporen, scheuren) van de overspanningsafleider.
Geringe schade door ongedierte aan de schermen van de siliconebehuizing (bv. door vogels, mar-
ters, muizen, enz.) heeft geen nadelige invloed op de werking van de overspanningsafleider. Grotere
schade vermindert echter de isolerende eigenschappen van de siliconebehuizing.
VOORZICHTIG!
BeschadigingXvanXdeXoverspanningsafleider.
Beschadigde overspanningsafleiders bieden geen bescherming meer van de elektrische installatie.
Controleer regelmatig visueel de toestand van de overspanningsafleider.
X
X
Vervang beschadigde overspanningsafleiders.
X
X
Houd een passend aantal exemplaren op voorraad, afhankelijk van het aantal in gebruik zijnde
X
X
overspanningsafleiders.
6.2
Reiniging bij sterke vervuiling
Door de hydrofobe eigenschappen van de siliconebehuizing is normale vervuiling niet van invloed op
de isolerende eigenschappen van de behuizing. Bij meer of andersoortige vervuiling (dikke afzettin-
gen, sterk hechtende vreemde stoffen) kan de overspanningsafleider worden gereinigd.
VOORZICHTIG!
OplosmiddelenXenXabrasieveXreinigingsmiddelen.
Beschadiging van de siliconebehuizing.
Gebruik voor de reiniging geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen, met uitzondering van
X
X
isopropanol (isopropylalcohol).
Gebruik voor de reiniging geen abrasieve reinigingsmiddelen.
X
X
Behandel na de reiniging niet na met siliconevet of -olie.
X
X
Aanbevolen reinigingsmethoden:
X
X
à Met schoon, warm water en een zachte, pluisvrije doek.
à Met een waterstraal met een druk van maximaal 10 bar.
à Met een zachte, pluisvrije doek gedrenkt in isopropanol (isopropylalcohol).
Behandel het gehele oppervlak van de afleider op dezelfde wijze.
X
X
1HC0046777 AB | NL | Gebruikshandleiding
|
11