Functiebeschrijving
Collectorkoelfunctie
Bij het bereiken van de ingestelde
gewenste temperatuur van de boi-
ler "S SL" wordt de zonnecircuitpomp
uitgeschakeld.
Als de collectortemperatuur tot de inge-
stelde maximumtemperatuur van de col-
lector "KMX" stijgt, wordt de pomp
zolang ingeschakeld tot de temperatuur
5 K lager is (het symbool "È" knippert).
Daarbij kan de boilertemperatuur verder
stijgen, maar slechts tot 90 °C; daarna
wordt de zonnecircuitpomp uitgescha-
keld (het symbool "¨" knippert).
Instelparameter
KMX
Begrenzing minimumtemperatuur collector
Minimum-inschakeltemperatuur "KMN"
die overschreden moet worden zodat de
zonnecircuitpomp wordt ingeschakeld.
Daarmee wordt veelvuldig inschakelen
van de pomp voorkomen.
Als de temperatuur met 5 K wordt onder-
schreden wordt de pomp uitgeschakeld;
het symbool "e" knippert.
Instelparameter
KMN
Vorstbeschermingsfunctie
Deze functie uitsluitend activeren bij
gebruik van water als warmte-over-
drachtsmedia.
36
1. "OKX" op "On" zetten (zie
2. Waarde voor "KMX" instellen.
Toestand bij levering
1. "OKN" op "On" zetten (zie
2. Waarde voor "KMN" instellen.
Toestand bij levering
Als de collectortemperatuur onder de
waarde "KFR" daalt, wordt de zonnecir-
cuitpomp ingeschakeld om collector-
schade te vermijden.
pagina 22).
Instelbereik
110 °C
pagina 22).
Instelbereik
10 °C
90 – 190 °C
10 – 90 °C