Overzicht van de parameters
Al naargelang de installatieconfiguratie kunnen de volgende parameters wor-
den ingesteld:
Weer-
Parameter
gave
ANL
Installatieschema
DT E
Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1
DT A
Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1
S SL
Gewenste boilertempera-
tuur
(zie pagina 31)
DT 1E
Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 (verbruiker 1)
DT 1A
Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 (verbruiker 1)
S 1SL
Gewenste boilertempera-
tuur (verbruiker 1)
(zie pagina 31)
DT 2E
Inschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 en klep R2 (ver-
bruiker 2)
DT 2A
Uitschakel-temperatuurver-
schil voor zonnecircuit-
pomp R1 en klep R2 (ver-
bruiker 2)
S 2SL
Gewenste boilertempera-
tuur (verbruiker 2)
(zie pagina 31)
Toestand
Instelbereik
levering
1
8 °C
1,5 – 20 °C
DT E < DT S
4 °C
1,0 – 19,5 °C
60 °C
4 – 90 °C
8 °C
1,5 – 20 °C
DT 1E < DT 1S
4 °C
1,0 – 19,5 °C
60 °C
4 – 90 °C
8 °C
1,5 – 20 °C
DT 2E < DT 2S
4 °C
1,0 – 19,5 °C
60 °C
4 – 90 °C
Functiebeschrijving
Installatie-
schema
1–10
—
1 t/m 9
10
27