3
Veeg de spuitopeningen en contactpunten van de inktcartridge schoon.
Als de afdrukkwaliteit na het reinigen van de spuitopeningen niet verbeterd is, kan er
opgedroogde inkt op de spuitopeningen of contactpunten zitten.
a
Verwijder de inktcartridges uit de printer. Zie "Gebruikte cartridges verwijderen" op
pagina 39 voor meer informatie.
b
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
c
Houd de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de spuitopeningen en veeg de
spuitopeningen schoon in de aangegeven richting.
d
Houd een schoon gedeelte van de doek voorzichtig ongeveer drie seconden tegen de
contactpunten en veeg de contactpunten schoon in de aangegeven richting.
Contactpunten
Afdrukkwaliteit verbeteren
45
Spuitopeningen