Advertenties
MEERDERE BATTERIJEN TEGELIJK OPLADEN
Men kan de verschillende batterijen gelijktijdig opladen door ze in parallel aan te sluiten (de +
klemmen aan de rode klem en de – klemmen aan de zwarte klem). Deze batterijen moeten echter wel
dezelfde spanning hebben (12 V ou 24 V).
De te laden stroom moet 1/10de van de som van de capaciteiten van de batterijen bedragen.
Voorbeeld : 1 batterij van 55 Ah en 1 van 110Ah geeft een laadstroom van :
55 + 110
= 16, 5 A
10
III / GEBRUIK ALS STARTER
•
Plaats de schakelaar van het toestel op de stand "STOP".
•
Verbind de kabels aan de batterij. Let op de polariteit en de spanning.
Nooit de batterij van de wagen afkoppelen.
•
Gebruik het toestel als lader door een lading te geven van 1/15de van de capaciteit van de batterij
(voorlading van enkele minuten).
•
Draai daarna de knop op de stand "DEMARREUR" (starter) (duw op de schakelaar "Marche /
Arrêt" voor de PROSTART 1200 TRI).
•
Neem plaats achter het stuur en start het voertuig. Normaal is een starttijd van 5 seconden
voldoende om te starten. Zonodig zelfde actie herhalen.
•
De PROSTART 1200 TRI is uitgerust met een afstandsbediening. Druk eerst op de
afstandsbedieningsknop en start vervolgens het voertuig. Nadat de wagen start de drukknop
loslaten.
•
Nadat de motor van het voertuig draait, plaats de schakelaar van uw toestel op "STOP".
•
Neem de kabels af van de batterij.
IV / NOTA'S
•
Probeer nooit een voertuig te starten wanneer het apparaat op stand "CHARGEUR" staat.
•
Wanneer men toch start in de stand "CHARGEUR" kan een thermische beveiliging uitspringen.
Deze zal met de hand terug ingedrukt moeten worden.
•
Wanneer men een aantal keren na elkaar start kan het apparaat zich uitschakelen wegens
overbelasting. Na een afkoelingsperiode van ongeveer 10 minuten zal het toestel terug werkzaam
zijn.
•
Bij het overschakelen van de schakelaar van het toestel naar de stand "DEMARREUR" (starter)
is het mogelijk dat de Ampèremeter naar het maximum uitwijkt.
•
Er bevindt zich aan de voorkant een aluminium zekering. Deze zekering kan smelten bij
kortsluiting op de klemmen van het toestel of bij een verkeerde polariteit op de batterij. De
zekering kan vervangen worden door het zwarte deksel waarop "FUSE" vermeld staat weg te
nemen. Er worden telkens 2 zekeringen tegelijk vervangen. (Kit van 10 zekeringen : Réf.
054486). Opgepast, de zekeringen goed vastdraaien.
Uw toestel is geproduceerd volgens de Europese normen "CEM" 89/336. Het is toch
beter de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen bij het gebruik van uw toestel in een omgeving
gevoelig aan radio – elektrische golven.
In geval van problemen bij gebruik.
Vaststelling
Waarschijnlijke oorzaak
De
Geen voeding van het
Ampèremeter van
net aan het toestel.
het toestel wijkt
niet uit.
Onderbreking bij de
uitgang van de klemmen
ten gevolgde van een
kortsluiting of
omgekeerde polariteit.
De batterij die u wil
laden is niet goed.
De keuze van de
uitgangsspanning is niet
goed.
Uw toestel is
onderbroken door
overbelasting.
De naald van de
De batterij is sterk
Ampèremeter stijgt
ontladen.
boven 20 A terwijl
De stand van de
de regeling van de
spanning schakelaar is
regelaar het laagste
niet goed : 24 V in de
is.
plaats van 12 V.
De batterij heeft
elementen in kortsluiting
Het toestel slaat
U start het toestel
af door thermische
vanuit de stand
beveiliging.
"CHARGEUR" (lader).
U laadt een batterij
van 12 V op met de
uitgang 24V.
In het geval van het verslijten of het bederf van het voedingskabel, stuur ons
het toestel terug voor reparatie.
Oplossing
Spanning nazien
Nazien of het toestel op het stand
"CHARGEUR" (laden) staat
Nazien of de thermische beveiliging
goed ingedrukt is.
Nazien of de zekering van het toestel
niet is gesmolten.
Controleer met een Voltmeter de
spanning aan de klemmen van de
batterij. Als deze spanning onmiddelijk
stijgt tot meer dan 2,5 V per element dan
kan de batterij ergens onderbroken zijn.
Als uw toestel twee spanningen heeft
(12/24V) plaats dan de schakelaar op de
juiste spanning.
Wacht enkele minuten (5 tot 10 min.)
om het toestel te laten afkoelen.
De lading behouden met een
minimale regeling.
Plaats de schakelaar op 12 V.
De batterij vervangen.
De schakelaar moet op de stand
"DEMARREUR" (starter) staan, zoniet
beschadigt men het toestel. Duw de
thermische beveiliging terug in.
Als uw toestel twee spanningen heeft
(12/24V) plaats de schakelaar op de
juiste spanning.
Advertenties
