3.3.1. Reinigen met reinigingsfles
(1) Richt het uiteinde van de printkop naar beneden en giet make-up op het vuile gedeelte en maak schoon
terwijl u de make-up opvangt in een bekerglas.
Giet de make-up niet over dit gedeelte.
Veeg de printkop schoon met in de
make-up gedrenkt poetspapier.
(2) Veeg de printkop na het reinigen grondig af met poetspapier en droog hem met de blazer.
● Droog in het bijzonder de spuitopening, de oplaadelektrode, de afbuigelektrode en de rand van de
gutter grondig af. Zorg ervoor dat de printkop voldoende droog is voordat u met de bewerking begint.
Als de printer wordt gebruikt terwijl de printkop nat is, zal de printer niet normaal starten
● Als de printkop nat is, mag u het uiteinde niet naar boven richten.
(3) Dompel de printkop niet onder in de make-up.
De make-up kan in de printkop terechtkomen.
(4) Wanneer er vaak wordt afgedrukt of wanneer de afstand tussen het afdrukmateriaal en de printkop kort
is, kunnen er inktspatten op het uiteinde van de printkop en op het printkopdeksel komen. Als deze
toestand niet wordt opgelost, zal de verkleuring verergeren, met een afdrukfout of noodstop tot gevolg.
Als er vaak een afdrukfout of noodstop optreedt als gevolg van vlekken veroorzaakt door inktspatten,
stop dan de bewerking die bezig is en reinig het uiteinde van de printkop (rond de spuitmond, de
oplaadelektrode, de afbuigelektrode, de montagevoet en de gutter) en het printkopdeksel. Voer deze
handeling uit naast de reiniging aan het eind van elke werkdag.
Doorblazen van de printkop is doeltreffend tegen vlekken als gevolg van inktspatten.
Zie de Technische Handleiding "3.1 Luchtreiniging Printkop".
Reinigingsbereik
Hoofdstuk 3. Basisbediening
Laad-elektrode
Spuitmondopening
Afbuigelektrode
Gutter
3-17