Voorwoord
De bijgeleverde technische documen-
tatie is een wezenlijk onderdeel van
het toestel en moet het daarom altijd
volgen bij elke verplaatsing of eigen-
domsoverdracht zodat de verschillende
bedieners de documentatie kunnen
raadplegen.
U dient de bijgeleverde documentatie zorg-
vuldig door te lezen en de inhoud ervan te
begrijpen voordat u het toestel installeert
en gebruikt want hij bevat belangrijke infor-
matie inzake de veiligheid van de installatie,
de gebruiksnormen en de onderhouds-
werkzaamheden.
De handleiding is onderverdeeld in drie
hoofdstukken.
Het eerste hoofdstuk beschrijft de werk-
zaamheden voor vullen en gewone schoon-
maakbeurten van die toestelgedeelten die
toegankelijk zijn met de deursleutel, zonder
gebruik van andere gereedschappen.
Het tweede hoofdstuk bevat de richtlijnen
voor de correcte installatie en de nodige
informatie om op de beste manier gebruik
te maken van de prestaties van het toestel.
Het derde hoofdstuk beschrijft de onder-
houdswerkzaamheden waarbij u gereed-
schappen gebruikt die u toegang geven tot
potentieel gevaarlijke zones.
De in het tweede en derde hoofdstuk
uitgelegde werkzaamheden mogen al-
leen door personeel uitgevoerd worden
werking van het toestel beschikt, zowel
wat de elektrische veiligheid als wat de
hygiënische voorschriften betreft.
VERVOER EN OPSLAAN
VERVOER
Om het toestel niet te beschadigen en
personen niet te verwonden moeten de
verplaatsingswerkzaamheden zorgvuldig
uitgevoerd worden.
Tijdens de verplaatsing bestaat er ge-
vaar van pletten van handen en/of voe-
ten: draag geschikte werkhandschoe-
nen en -schoenen.
Verplaats het toestel met hefuitrustin-
gen aangepast aan de afmetingen en
het gewicht van het toestel (bijv. hefwa-
gen).
Het gebruik van hefuitrustingen is en-
kel toegestaan aan personeel met de in
aanmerking komende vereisten.
Doe het volgende niet:
- het toestel omgooien en/of kantelen;
- het toestel slepen of heffen met kabels of
ander materiaal;
- het toestel heffen met grepen aan de zij-
kanten;
- het toestel en zijn emballage schudden of
er tegen duwen.
O
PSLAAN
Het opslaan moet gebeuren in een droge
omgeving met temperaturen tussen 0 en 40
°C.
In geval van bevriezing van het toestel moet
u het op temperatuur laten komen in een
omgeving met een temperatuur tussen 0°
en 40°C.
Wacht tot het toestel dezelfde temperatuur
heeft als die van de omgeving alvorens het
in te schakelen.
Als er condensatie door vochtigheid aan-
wezig is, wacht u tot het volledig opge-
droogd is alvorens het toestel in te schake-
len.
1
04-2017 5535 00