Onderdeel
PROJECTORNAAM
(vervolgd op volgende pagina)
U kunt een willekeurige naam instellen voor de projector om deze te
identificeren op het netwerk.
(1) Selecteer de PROJECTORNAAM en
druk op de ► knop. Het dialoogvenster
PROJECTORNAAM zal worden
weergegeven.
Gebruik het software-toetsenbord op het scherm om de
PROJECTORNAAM in te voeren.
VERWIJDEREN : Verwijdert één teken.
ALLES WISSEN: Verwijdert alle tekens.
ANNULEREN : Terug naar het netwerkmenu na het verwijderen
van de ingevoerde tekens.
OK : Terug naar het netwerkmenu na het opslaan van de
ingevoerde tekens.
(2) De huidige PROJECTORNAAM zal worden weergegeven op de
eerste 3 regels. Een bepaalde projectornaam wordt standaard
toegewezen.
Gebruik de ENTER of INPUT knop om tekens te selecteren en
in te voeren.
Om 1 teken tegelijk te wissen, kunt u op de RESET knop
drukken of drukt u tegelijkertijd op de ◄ knop en de INPUT
knop. Als u de cursor bovendien naar VERWIJDEREN of ALLES
WISSEN beweegt op het scherm en de ENTER of INPUT knop
indrukt, zullen 1 of alle karakters worden gewist.
Voor de PROJECTORNAAM kunnen
maximaal 64 tekens worden ingevoerd.
(3) Om een reeds ingevoerd teken
te wijzigen, moet u de cursor
naar één van de eerste 3 regels
verplaatsen en vervolgens naar het
teken verplaatsen dat moet worden
gewijzigd. Nadat de ENTER of
INPUT knop werd ingedrukt, wordt
het teken geselecteerd. Volg
dan dezelfde procedure zoals
beschreven bij item (2) hierboven.
(4) Om te stoppen met het invoeren
van tekst, verplaats de cursor naar OK op het scherm en druk op
de ►, ENTER of INPUT knop. Om terug te keren naar de vorige
PROJECTORNAAM zonder de wijzigingen op te slaan, verplaatst
u de cursor naar ANNULEREN op het scherm en drukt u op de ◄,
ENTER of INPUT knop.
2. Verbinding maken met het netwerk
Beschrijving
21