2. Verbinding maken met het netwerk
2.6 NETWERK menu
Vergeet niet dat onjuiste netwerkinstellingen op
deze projector storingen op het netwerk kunnen
veroorzaken. Raadpleeg uw netwerkadministrator
alvorens aan te sluiten op een bestaand
toegangspunt op uw netwerk.
Selecteer "NETWERK" uit het hoofdmenu om
toegang te krijgen tot de volgende functies.
Selecteer een item d.m.v. de ▲/▼-cursorknoppen
op de projector of de afstandsbediening en druk op de ►-cursorknop op de
projector of afstandsbediening of op de ENTER knop op de afstandsbediening om
het onderdeel uit te voeren. Voer het vervolgens uit in overeenstemming met de
volgende tabel.
Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie over het gebruik van
NETWERK.
N.B.
• Voor het gebruik van de draadloos-netwerkfunctie van deze projector
is de aangewezen draadloze USB-adapter die wordt verkocht als optie vereist.
Gebruik geen verlengkabel of apparaat wanneer u de adapter aansluit op de
projector.
• De projector laat geen verbinding toe van een draadloos en een bedraad LAN
op hetzelfde netwerk.
• Stel niet hetzelfde netwerkadres in voor het draadloze en het bedrade LAN.
• Als u SNTP niet gebruikt, moet u de DATUM EN TIJD instellen tijdens de
initiële installatie.
• De netwerkfunctie is uitgeschakeld wanneer de projector uit (standby) staat
als het UIT(STANDBY) item is ingesteld op SPAARSTAND. Zet UIT(STANDBY)
op NORMAAL en sluit het toestel vervolgens aan op het netwerk.
(INSTELLING menu in de Gebruikershandleiding)
20