2.4
AANBEVELING VOOR DE BESTE DRAADLOZE COMMUNICATIE
Effectieve draadloze communicatie is gevoelig zowel voor externe invloeden als voor het
afstand en de barrières tussen de sensor-zender en het basisstation.
1. Elektromagnetische interferentie (EMI) - dit kan worden veroorzaakt door machines,
apparaten, verlichting, dimmers, computers, enz. Houd uw basisstation dus a.u.b. op 1
à 2 meter afstand van deze voorwerpen.
2. Radiofrequentie-interferentie (RFI) - als u andere apparaten hebt die op 868 MHz
werken, kan de communicatie worden onderbroken. Verplaats uw sensor of
basisstation om het probleem van signaalonderbreking te voorkomen.
3. Afstand. Met een grotere afstand komt, heel natuurlijk, een spanningsverlies. Dit
apparaat is ontworpen voor een zichtafstand van maximaal 150 m (in een storingsvrije
omgeving en zonder barrières). In het algemeen heeft u bij een echte installatie
meestal een maximaal bereik van 30 m, inclusief het passeren van obstakels.
4. Hindernissen. Radiosignalen worden geblokkeerd door metalen barrières, zoals
aluminium bekleding. Lijn de multisensor en het basisstation zo uit dat ze zich in een
vrije zichtafstand door het raam bevinden als u metalen beplating hebt.
De volgende tabel toont een typische vermindering van de signaalsterkte telkens wanneer
het signaal door deze bouwmaterialen gaat
Materiaal:
Glas (onbehandeld)
Hout
Gipsplaten / Droogbouw
Baksteen
Folie-isolatie
Betonnen muur
Aluminium beplating
Metalen muur
Opmerkingen: Radiosignaal vermindering voor referentie.
2.5
INSTELLEN VAN HET BASISSTATION
Volg de procedure om de verbinding van het basisstation met de sensor(en) en WIFI tot
stand te brengen.
2.5.1 ZET HET BASISSTATION AAN
1. Installeer de CR2032 back up-batterij (optioneel).
2. Sluit de netstekker van het basisstation aan op het stroomnet met behulp van de
meegeleverde adapter.
Vermindering van de signaalsterkte
10 ~ 20%
10 ~ 30%
20 ~ 40%
30 ~ 50%
60 ~ 70%
80 ~ 90%
100%
100%
14