CONVAID-GEBRUIKERSHANDLEIDING
Als de stoel is aangeschaft zonder de optionele heupgordel of als de gebruiker van de stoel ervoor kiest de gordel
niet te gebruiken, moet een in de auto verankerde heup- en schoudergordel worden gebruikt. Net als bij de aan een
stoel bevestigde heupgordel is het zeer belangrijk dat de aan een stoel bevestigde heupgordel laag over het bekken
wordt geplaatst. De hoek van de heupgordel moet binnen de voorkeurszone van 45º tot 75º vallen ten opzichte van
de horizontale zone of binnen de optionele zone van 30º tot 45º ten opzichte van de horizontale zone.
Opmerking: grotere hoeken voor de bekkengordel zijn vooral belangrijk als de bekkengordel niet alleen bedoeld is
om de inzittende bij een frontale botsing te beschermen, maar ook ter ondersteuning van de zithouding. Grotere
hoeken verminderen de kans op het ontstaan van een verticale spleet tussen de gebruiker en de gordel door
vervorming van de zitkussens en bewegingen van de gordel. Hierdoor glijdt de gebruiker minder snel onder de
gordel door en komt de gordel bij normaal gebruik tegen het zachte deel van de buik aan.
Opmerking: grotere gordelhoeken verminderen ook de kans dat de bovenlichaamgordels de bekkengordel op de
buik te trekken bij frontale botsingen.
Zorg dat de schoudergordel over de borst en het midden van één schouder loopt en dat de gordels niet van het
lichaam worden gehouden door delen van de stoel, zoals armleuningen of stoelpoten.
Schuif de heupgordel onder de framebuizen direct onder de ellebogen van de gebruiker en trek de gordel strak
tegen het bekken. Zorg dat de riem niet gedraaid is en in contact blijft met de schouder en borst van de gebruiker,
omdat dit de veiligheid in gevaar kan brengen.
59