2.2. Installatieruimte
Opmerking
Gebruik het door Itho Daalderop ontwikkelde draagframe om
het toestel op te hangen wanneer de wandconstructie niet sterk
genoeg is of geluidsklachten kan veroorzaken.
Houd voor de plaatsing van het toestel rekening met het volgende:
Installeer het toestel in een ruimte:
●
-
waar het geen geluidsoverlast kan veroorzaken.
-
niet aan een te lichte wandconstructie waardoor
geluidsklachten, als gevolg van resonantie door het toestel,
worden voorkomen.
-
waar zich geen licht ontvlambare stoffen bevinden.
-
die vorstvrij is.
-
waar een wandcontactdoos met randaarde aanwezig is.
-
waar een aansluiting op het riool, voor de condensafvoer,
aanwezig is.
-
aan een wand die het gewicht van het toestel kan dragen.
Houd rekening met de afmetingen van het toestel.
●
Houd rekening met de positie van en afstand tot dak- en/of
●
geveldoorvoeren.
Zorg dat de stekker van het netsnoer altijd bereikbaar blijft.
●
Houd de leidinglengte tussen toestel en tappunten voor warm
●
water zo kort mogelijk ter voorkoming van lange wachttijden en
onnodig waterverbruik.
2.3. Eisen cv-leidingen
ä
Let op!
Indien kunststof leidingen niet diffusiedicht zijn voor zuurstof,
dient een scheiding tussen het toestel en het
verwarmingssysteem aangebracht te worden.
Controleer op lekken in het systeem om het binnentreden van
zuurstof uit te sluiten.
Tip
Sluit de leidingen aan met behulp van knelkoppelingen in
verband met servicebaarheid.
Om lekkages en beschadigingen aan het verwarmingssysteem en
het toestel te voorkomen en om de levensduur te kunnen
garanderen, moet de installatie vakkundig, schoon en gesloten zijn
aangelegd.
De toegepaste leidingen en de kwaliteit van het te gebruiken water
moeten aan de onderstaande eisen voldoen. Alleen dan zal er
nagenoeg geen corrosie optreden in het verwarmingssysteem.
Verwarmingssysteem moet inwendig schoon te zijn. Spoel het
●
systeem grondig voor ingebruikname.
Het verwarmingssysteem moet lekvrij en zuurstofdicht zijn.
●
Kunststof leidingen moeten diffusiedicht zijn voor zuurstof:
●
-
Radiatoren: Zuurstofdoorlaatbaarheid lager dan 0,1 g/m
85°C (standaard kunststof VPE)
-
Vloerverwarming: Zuurstofdoorlaatbaarheid lager dan 0,1
3
g/m
bij 40°C (DIN 4726/4729).
Het verwarmingssysteem moet met schoon water worden
●
gevuld.
WATERKWALITEIT
Zuurgraad (pH)
7 – 8,5
IJzergehalte (Fe)
‹ 0,2 mg/l
Chloorgehalte (Cl)
‹ 150 mg/l
Geleidbaarheid
‹ 125 mS/m
Hardheid
‹ 12°dH
Chemische toevoegingen Niet toegestaan
*) Neem contact op met Itho Daalderop als het toevoegen van chemische
middelen gewenst is.
2.4. Eisen sanitaire leidingen
Tip
Sluit de leidingen aan met behulp van knelkoppelingen in
verband met servicebaarheid.
Voor het aanleggen van sanitaire leidingen verwijst Itho Daalderop
naar de VEWIN-werkbladen.
De aansluitingen voor de koud- en warmwaterleiding bevinden zich
aan de onderzijde van het toestel.
De koud wateraansluiting heeft een diameter van Ø15 mm.
●
Er moet altijd een inlaatcombinatie worden gemonteerd in de
●
koud waterleiding binnen 2 meter van het toestel. De
inlaatcombinatie moet KIWA gekeurd zijn.
De warm wateraansluiting heeft een diameter van Ø15 mm.
●
2.5. Eisen gassoort en gasleiding
Ter voorkoming van gaslekkages en beschadigingen aan het
●
systeem en om gevaarlijke situaties te voorkomen, moet de
gasleiding vakkundig zijn aangelegd.
De toegepaste leiding en het te gebruiken gas moeten voldoen
●
aan de geldende voorschriften.
Controleer of de gassoort en gasvoordruk zoals aangegeven op
●
het typeplaatje van dit toestel overeenkomt met de lokale
leveringscondities.
Gebruik gasleiding met een geschikte diameter.
●
Zorg dat de gasleiding gasdicht is.
●
De gasleiding moet schoon zijn.
●
Monteer een gaskraan zo dicht mogelijk bij het toestel.
●
3
bij
(*)
9