Inhoudsopgave
Advertenties
8.2
De batterij inbrengen (Fig. A & B)
WAARSCHUWING: verwijder altijd het batterijpack (12) en de sleutel (2)
wanneer u onderdelen monteert, instellingen doet, het apparaat reinigt, of het
apparaat niet gebruikt. Door het batterijpack en de sleutel te verwijderen
voorkomt u dat het apparaat ongewild start, wat ernstige persoonlijke
verwondingen tot gevolg kan hebben.
▪
Breng het deksel van het batterijvak (7) omhoog.
▪
Plaats het batterijpack (12) in de maaier.
▪
Zorg ervoor dat de opstaande ribben op het batterijpack uitgelijnd zijn met de sleuven in
het batterijvak van de maaier.
▪
Duw het batterijpack naar beneden in het batterijvak tot de batterij vastklikt.
▪
Sluit het deksel van het batterijvak.
WAARSCHUWING: let erop dat de pal aan de bovenkant van het batterijpack
vastklikt en dat het batterijpack volledig ingevoerd is en goed vastzit in het
batterijvak van de maaier vóór u begint met maaien. Als het batterijpack niet
goed vastzit, kan het eruit vallen, wat ernstige persoonlijke verwondingen tot
gevolg kan hebben.
8.3
Het batterijpack verwijderen (Fig. A & B)
▪
Breng het deksel van het batterijvak (7) omhoog.
▪
Houd de ontgrendelknop (13) op de bovenkant van het batterijpack ingedrukt.
▪
Verwijder het batterijpack uit de maaier.
WAARSCHUWING: verwijder altijd het batterijpack en de sleutel wanneer u
het apparaat draagt of vervoert om ernstige persoonlijke verwondingen te
vermijden.
8.4
Indicator batterijcapaciteit (Fig. A)
Er zijn capaciteitsindicatoren (16) op het batterijpack. U kunt de capaciteit van de batterij
controleren wanneer u de knop (17) indrukt. Druk vóór het gebruik van het apparaat de
trekkerschakelaar even in om te controleren of de batterij voldoende opgeladen is om correct te
werken.
Deze 3 leds geven de capaciteit van de batterij aan:
▪
3 leds branden: batterij volledig opgeladen.
▪
2 leds branden: batterij 60% opgeladen.
▪
1 led brandt: batterij bijna ontladen.
9 MONTAGE
9.1
Assemblage van de handgreep
9.1.1
De onderste handgreep monteren (Fig. A & C)
▪
Schuif de openingen in het onderste deel van de handgreep (8) over de montagebouten
(b) die zich boven de achterwielen bevinden.
▪
De ronde vergrendelplaten (a) op de behuizing en op de duwbeugelstang, laten toe om
de hoek van het onderste deel van de duwbeugel (8) in te stellen.
▪
Stel het onderste deel van de duwbeugel onder een comfortabele hoek in.
▪
Schroef de nokvergrendeling (5) op de montagebout (b).
▪
Sluit de nokvergrendeling zodat hij parallel tegen de duwbeugel komt te zitten.
Copyright © 2022 VARO
POWDPG75610
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
