Tabel 2: Functiecodes
Functie
01
02
03
04
06
07
11
21
22
23
31
32
33
20
Omschrijving/toelichting
Telefoontjes weigeren.
Een reeks cijfers versturen als DTMF tooncodes (toon-
tjes). U kunt zo bijvoorbeeld een toegangscode voor een
teledienst vastleggen onder een toets.
Een reeks cijfers versturen als keypad-signalen. U kunt
zo bijvoorbeeld een commando voor uw huis- of
bedrijfscentrale vastleggen onder een toets.
Parkeercode xx (xx = 0 - 99). U kunt een gesprek parke-
ren of terugnemen door op de snelkiestoets te drukken
waaronder u deze parkeercode hebt opgeslagen (deze
code is voor alle gebruikers van het toestel geldig).
Driegesprek. U kunt vervolgens de functie driegesprek
inschakelen door op de snelkiestoets te drukken waar-
onder u deze code hebt vastgelegd.
Doorverbinden. U kunt vervolgens de functie doorver-
binden gebruiken door op de snelkiestoets te drukken
waaronder u deze code hebt opgeslagen.
Telefoonnummer bellen zonder de hoorn op te nemen
of op
te drukken. Als u een telefoonnummer zonder
deze code opslaat, moet u eerst de hoorn opnemen of
op
drukken om het nummer te bellen.
Direct doorschakelen naar een telefoonnummer. U moet
behalve de code ook het telefoonnummer intoetsen
waarnaar moet worden doorgeschakeld. U kunt daarna
het toestel (telefoonnummer A, B of C) doorschakelen
naar het opgegeven telefoonnummer door op de
snelkiestoets te drukken waaronder u deze code hebt
vastgelegd. U kunt de doorschakeling weer uitschakelen
door nogmaals op deze snelkiestoets te drukken. U
hoeft daarvoor niets extra's vast te leggen.
Doorschakelen bij geen gehoor naar een telefoonnum-
mer. Zie verder de toelichting bij functiecode 21.
Doorschakelen bij bezet naar een telefoonnummer. Zie
verder de toelichting bij functiecode 21.
Gebruiker A activeren.
Gebruiker B activeren.
Gebruiker C activeren.