Als uw toestel correct functioneert, kunt u nu bepaalde instellin-
gen verrichten, zoals het kiezen van de taal voor de
displaymeldingen (zie paragraaf 1.3) en het toekennen van ISDN-
telefoonnummers waarop het toestel moet reageren (zie paragraaf
1.4). Het toestel functioneert overigens ook zonder dat u instellin-
gen verricht. Met de instellingen kunt u de werking van uw toestel
aanpassen aan uw wensen.
1.2
Toestel instellen als noodstroomtoestel
ISDN-toestellen worden gevoed vanuit de NT1 via de interne
ISDN-bekabeling. Deze voeding zet de 230V om naar ca. 40V. Er
kunnen maximaal 4 toestellen rechtstreeks vanuit de NT1 worden
gevoed. Als u de Vox Alpha op een huis- of bedrijfscentrale
aansluit, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing van uw huis- of
bedrijfscentrale.
Als de elektriciteit (230V) uitvalt, worden toestellen rechtstreeks
gevoed vanuit de openbare centrale (noodstroom). In dat geval
kan op de ISDN2-aansluiting slechts één toestel functioneren. Als
uw toestel is aangesloten op een huis- of bedrijfscentrale, dan is
de werking van het toestel afhankelijk van de noodstroom-
voorziening van die centrale.
U kunt de Vox Alpha instellen als toestel dat in noodstroom-
situaties moet blijven functioneren. Druk daarvoor de schakelaar
die zich onder het notitiekaartje bevindt krachtig in, bijvoorbeeld
met een balpen, totdat het lipje in de vergrendeling valt.
U kunt de instelling als noodstroomtoestel ongedaan maken door
naar rechts tegen de vergrendeling te drukken, zodat het lipje
weer in de oorspronkelijke stand terug kan veren.
Per ISDN2-aansluiting mag slechts één toestel staan ingesteld op
noodstroom. Markeer dit toestel door er bijvoorbeeld een sticker
met alarmnummers op te plakken. Als u meer toestellen hebt
ingesteld als noodstroomtoestel, zal in een noodstroomsituatie
geen enkel toestel correct functioneren.
Let op!
Als de elektriciteit uitvalt, zullen alle inkomende telefoontjes
automatisch worden doorgegeven naar het toestel dat op nood-
stroom is ingesteld.
10