Handleiding voor de specialist
● Reparatie aan intrinsiek veilige onderdelen
Pas geen permanente inductieve of capacitieve
belastingen op het circuit toe als u er niet zeker
van bent dat dit de toegestane spanning en stroom
voor de gebruikte apparatuur niet overschrijdt.
Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige
onderdelen waaraan onder spanning gewerkt mag
worden wanneer er sprake is van een ontvlambare
atmosfeer. De testapparatuur moet de juiste
nominale waarde hebben.
Vervang onderdelen alleen door onderdelen die
door de fabrikant zijn gespecificeerd. Andere
onderdelen kunnen leiden tot ontbranding van in
de omgevingslucht gelekt koelmiddel.
● Bekabeling
Controleer of de bekabeling niet onderhevig is aan
slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen,
scherpe randen of andere nadelige gevolgen voor
de omgeving. Bij de controle dient ook rekening te
worden gehouden met de effecten van veroudering
of voortdurende trillingen vanaf bronnen zoals
compressoren of ventilatoren.
● Opsporing van ontvlambare koelmiddelen
In geen geval mogen bij het zoeken naar of
opsporen van koelmiddellekken potentiële
ontstekingsbronnen worden gebruikt. Het gebruik
van een halogeenlamp (of een andere detector
met open vlam) is niet toegestaan.
● Lekdetectiemethoden
Lekdetectiemiddelen zijn geschikt voor de meeste
koelmiddelen, maar het gebruik van
chloorhoudende reinigingsmiddelen moet worden
vermeden, aangezien chloor met het koelmiddel
kan reageren en de koperen leidingen kan
aantasten.
● Buitenbedrijfstelling
Voordat deze procedure wordt uitgevoerd, is het
van essentieel belang dat de technicus volledig
vertrouwd is met de apparatuur en alle kenmerken
ervan. Het wordt aanbevolen alle koelmiddelen
veilig af te tappen en op te vangen. Voordat de
werkzaamheden worden uitgevoerd, wordt een
olie- en koelmiddelmonster genomen voor het
geval er een analyse nodig is voordat het afgetapte
koelmiddel opnieuw wordt gebruikt. Het is van
essentieel belang dat er elektriciteit beschikbaar is
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
a) Raak vertrouwd met de apparatuur en de
werking ervan.
b) Isoleer het systeem elektrisch.
c) Voordat u met de procedure begint, moet u
ervoor zorgen dat:
indien nodig mechanische
handlingapparatuur beschikbaar is voor het
hanteren van koelmiddelhouders;
alle persoonlijke beschermingsmiddelen
beschikbaar zijn en op de juiste manier
worden gebruikt;
het aftappen en opvangen van koelmiddel te
allen tijde onder toezicht staat van een
bevoegd persoon;
de aftap- en opvangapparatuur en de houders
aan de juiste normen voldoen.
d) Pomp het koelmiddelsysteem af, indien mogelijk.
e) Als een vacuüm niet mogelijk is, maak dan een
verdeelstuk zodat het koelmiddel uit verschillende
delen van het systeem kan worden verwijderd.
f) Zorg ervoor dat de houder op de weegschaal
staat voordat het aftappen en opvangen van
koelmiddel plaatsvindt.
g) Start de aftap- en opvangapparatuur en volg de
instructies van de fabrikant op.
h) Vul de houders niet te ver. (Niet meer dan 80%
van het volume van de vloeistofvulling).
i) Overschrijd de maximale werkdruk van de
houder niet, ook niet tijdelijk.
j) Wanneer de houders correct zijn gevuld en het
proces is voltooid, moeten de houders en de
apparatuur onmiddellijk van de locatie worden
verwijderd en alle afsluiters van de apparatuur
worden afgesloten.
k) Met afgetapt koelmiddel mag geen ander
koelsysteem worden gevuld, tenzij het is gereinigd
en gecontroleerd.
● Etikettering
Op het etiket van de apparatuur moet worden
vermeld dat deze buiten bedrijf is gesteld en van
koelmiddel is ontdaan. Het etiket moet worden
gedateerd en ondertekend. Bij apparaten die
ontvlambare koelmiddelen bevatten, moet u ervoor
zorgen dat er etiketten op de apparatuur zitten
waarop staat dat het apparaat ontvlambare
koelmiddelen bevat.
● Koelmiddel aftappen en opvangen
Wanneer koelmiddel uit een systeem wordt
afgetapt, hetzij voor onderhoud of
buitenbedrijfstelling, wordt aanbevolen hiervoor een
veilige procedure te volgen.
Wanneer koelmiddel naar houders wordt
overgepompt, zorg er dan voor dat er alleen
houders worden gebruikt die geschikt zijn voor het
opvangen van koelmiddel. Zorg ervoor dat het juiste
aantal houders voor de inhoud van het gehele
systeem beschikbaar is. Alle te gebruiken houders
zijn bestemd voor het opgevangen koelmiddel en
geëtiketteerd voor dat koelmiddel (d.w.z. speciale
houders voor de opvang van koelmiddel). De
houders moeten compleet zijn, d.w.z. met
overdrukklep en bijbehorende afsluiters die in
goede staat verkeren. Lege houders worden
afgevoerd en, indien mogelijk, gekoeld voorafgaand
aan het aftappen.
De aftap- en opvangapparatuur moet in goede staat
verkeren, er moeten instructies aanwezig zijn voor
de apparatuur, en de apparatuur moet geschikt zijn
voor het aftappen en opvangen van alle geschikte
koelmiddelen, met inbegrip van, indien van
toepassing, ontvlambare koelmiddelen.
Bovendien moet een set geijkte weegschalen
beschikbaar zijn en in goede staat verkeren.
25